Jongeren gaan minder vaak het huis uit en ook minder snel wanneer ze een vervolgopleiding beginnen, blijkt uit gegevens van het CBS. Deze daling lijkt te wijten aan de invoering van het leenstelsel in 2015.
Ruim 44 procent van de universitaire studenten woonden, in het studiejaar voor de invoering van dat stelsel (2014), binnen vier maanden na aanvang van de opleiding op kamers. In het jaar erna, de eerste lichting onder het leenstelsel, daalde dit percentage naar ruim 26 procent. Vorig jaar liep het aantal verder terug naar 18,5 procent. Bij hbo-studenten woonde in 2014 nog 13 procent binnen vier maanden op kamers. Dit nam in 2015 af naar 7,2 procent. Vorig jaar was dit percentage nog maar 4,5 procent.
Daling in alle welvaartsgroepen
De daling geldt voor studenten uit alle welvaartsgroepen. Tussen de welvaartsgroepen onderling (hoog, midden en laag) is weinig verschil. Voor het uit huis gaan maakt het kennelijk weinig uit of je ouders geld hebben of niet.
Percentage lager dan in jaren zonder leenstelsel
Naarmate de studie vordert, stijgt het aantal studenten dat op kamers woont. In 2017 woonde na 16 maanden ruim 37 procent van de wo-studenten op zichzelf, en bij hbo'ers was dat 10 procent. In allebei de gevallen ligt dat percentage wel aanzienlijk lager dan in de jaren zonder leenstelsel. Zo was in 2014 ruim 60 procent van de wo'ers al het huis uit na 16 maanden en meer dan 22 procent van de hbo'ers. ANP