Studenten betalen hoofdprijs; tijdelijke huurcontracten doorn in het oog

Uit de jaarlijkse Check-je-kamer Rapportage die de Landelijke Studentenvakbond (LSVb) vandaag publiceert, blijkt dat studenten het afgelopen jaar flink meer zijn gaan betalen voor hun kamer. Waar de gemiddelde kale huur in 2018 nog 385 euro bedroeg, is dat in 2019 gestegen naar 414 euro, een stijging van 7,5%.

Vooral in Amsterdam betalen studenten veel geld voor een kamer: daar was de kale huurprijs afgelopen jaar gemiddeld 557 euro. Ook in Rotterdam (449 euro), Utrecht (431 euro) en in Maastricht (423 euro) zijn studenten duur uit. In Enschede wonen zij het goedkoopst; daar is de gemiddelde kale huurprijs 305 euro.

Uit de huurcheck die ruim 5.000 studenten in 2019 invulden op de website van de LSVb, blijkt bovendien dat zij massaal te veel betalen voor hun kamer. Maar liefst 79% van de studenten betaalt meer huur dan op basis van het puntensysteem zou mogen. Het gemiddelde bedrag dat daarbij te veel wordt betaald, is bijna 107 euro per maand.

Ook Liselotte uit Amsterdam ontdekt per toeval dat de € 700,- die zij per maand overmaakt aan haar huisbaas voor een kamer van 15m2 flink aan de hoge kant is. Zij wint advies in, laat haar reële kamerprijs berekenen aan de hand van het puntensysteem en weet vervolgens succesvol haar huur omlaag te krijgen. Het zorgt echter wel voor een verstoorde band tussen haar en de huurbaas. Door de hele situatie voelt Liselotte zich uiteindelijk niet prettig meer in het huis en besluit ze alsnog om – samen met haar overgebleven huisgenote – te verhuizen naar een andere locatie.  

Studenten die te veel betalen, kunnen terecht bij de Huurcommissie. Maar volgens Gert Jan Bakker van stichting !WOON durven veel studenten dat niet: “We zien dat het enorm populair is om zelfstandige woningen om te katten naar kamerverhuur. Tijdelijke huurcontracten met een hoge huurprijs worden daarbij steeds meer de norm. Als je hiermee naar de huurcommissie stapt, is het goed mogelijk dat je huurbaas dit tijdelijke contract niet verlengt. En dan sta je na zes maanden op straat.” Deze tijdelijke huurcontracten zijn mogelijk sinds de invoering van de Wet Doorstroming Huurmarkt in 2016.

LSVb-voorzitter Lyle Muns wil een einde maken aan die oplopende huurprijzen én het substantieel meer geld vragen voor een kamer dan volgens het woningwaarderingsstelsel wordt toegestaan. Hij zet onder meer in op het uitdelen van forse boetes aan huisjesmelkers. “Zo dwing je af om de huren schappelijk te houden. Zonder zo’n boete is er voor huisjesmelkers geen enkele stimulans om hun gedrag aan te passen.”

Ook de PvdA wil graag dat er zo’n boete wordt ingesteld. Exact een jaar geleden is een door de PvdA en CDA ingediende motie aangenomen in de Tweede Kamer, maar tot op heden is deze niet ingevoerd door de verantwoordelijke minister Ollongren van Binnenlandse Zaken. Tweede Kamerlid Henk Nijboer (PvdA): “Ik blijf daarop aandringen bij de minister. Daarnaast pleit ik voor het bouwen van meer betaalbare woningen en een landelijk verhuurdervergunningsstelsel, waarbij de vergunning kan worden ingetrokken als verhuurders de wet overtreden.” Ook wil hij af van de tijdelijke huurcontracten, aangezien hierdoor een steeds grotere groep huurders in onzekerheid leeft.