In streken met veel kwetsbare natuurgebieden heeft de Nederlandse stikstofproblematiek duidelijk zijn weerslag op de regionale woningmarkt. In de buurt hiervan worden vergunningen voor bouwprojecten moeilijk afgegeven. Hierdoor loopt de bouw van woningen in veel gemeenten bij die natuurgebieden veel harder terug dan het landelijke gemiddelde, berekenden economen van ABN AMRO met Rijksuniversiteit Groningen.
Nieuwe bouwprojecten die een natuurvergunning nodig hebben moeten aantoonbaar gen impact hebben op de zogeheten Natura 2000-gebieden. Hiervan zijn er 118 in Nederland. De Raad van State oordeelde in 2019 dat het oude systeem voor deze vergunningen, waarbij gerekend werd op stikstofbeperkende maatregelen in de toekomst, ongeldig was. Hierdoor kwamen veel bouwprojecten stil te liggen. Vooral gebieden in een straal van vijf kilometer van Natura 2000-gebieden werden hard getroffen. Hier lag de bouw van nieuwe woningen begin dit jaar 7,2 procent lager dan een jaar eerder. Dat terwijl in Nederland als geheel sprake was van een afname van gemiddeld 4,1 procent van het aantal woningen aan aanbouw.
Overijssel kende van alle provincies de sterkste neergang. Hier waren 22,5 procent minder woningen in aanbouw. Ook is Overijssel de provincie met de meeste kwetsbare natuurgebieden. In Gelderland hadden met name de gemeenten die aan de Veluwe grenzen te maken met een flinke terugval in de bouw van nieuwe woningen. Dat natuurgebied heeft veel last van overmatige stikstofdepositie, wat bijvoorbeeld zorgt voor kalktekort in vogelbotjes.
Volgens ABN AMRO-econoom Madeline Buijs zijn er ook gemeenten bij Natura 2000-gebieden waar de woningbouw niet terugliep. Dat zou vooral te danken zijn aan strengere eisen die gemeenten aan die bouwprojecten stelden voor natuurbehoud, waardoor er wel een vergunning kon worden afgegeven.
Meld je snel en gratis aan voor de Kassa nieuwsbrief!