Rekenmethodes van pensioenverzekeraars nadelig voor klanten
11-02-2017
•
leestijd 5 minuten
•
1446 keer bekeken
•
Door een gebrek aan informatie van pensioenverzekeraars kunnen consumenten niet goed beoordelen of zij wel een goede deal krijgen. Kassa dook in de wereld van rekenrentes, afkoopregelingen en sterftewinst en stuitte op voor consumenten onbegrijpelijke rekenmethodes en een groot gebrek aan transparantie.
Levensverwachting
Frits Nicolaas werd recent 65 en kreeg daardoor te maken met verzekeraars Aegon en Centraal Beheer Achmea. Bij Aegon sloot hij voor 46.000 euro een pensioen af en Centraal Beheer Achmea benaderde Nicolaas om zijn kleine pensioen af te kopen. Voor pensioenverzekeraars is het belangrijk om te weten hoe oud hun klanten worden, want ze moeten het pensioen levenslang uitkeren. Omdat sommige klanten minder oud worden en andere langer leven gaan verzekeraars uit van gemiddelden.
Voor consumenten is de levensverwachting ook belangrijk. Want het is één van de factoren die verzekeraars gebruiken om de hoogte van de pensioenuitkering te bepalen. Na doorvragen kwam Nicolaas erachter dat Aegon voor hem een gemiddelde levensverwachting van 23,46 jaar hanteerde. Simpel gezegd: het door Nicolaas aangeleverde bedrag werd over 23,46 jaar uitgesmeerd om mede tot het bedrag te komen dat hij jaarlijks voor de rest van zijn leven als pensioen ontvangt. Maar bij Centraal Beheer Achmea kreeg Nicolaas bij afkoop echter maar 13 keer zijn opgebouwde jaarpensioen. Voor Nicolaas leek het verschil tussen de 13 jaarbedragen van Centraal Beheer Achmea en de 23,46 jaar van Aegon onredelijk hoog. Daarom stapte hij naar het KiFiD, het Klachten Instituut Financiële Dienstverlening.
Rekenkundig model
In Nederland wordt de gemiddelde levensverwachting voorspeld door de rekenmeesters van het Actuarieel Genootschap (A.G.). Op basis van een rekenkundig model dat rekening houdt met toekomstige ontwikkelingen, verwacht het A.G. dat een man die nu 65 wordt gemiddeld nog 20 jaar leeft. Dat is anders dan de 23,46 jaar die verzekeraar Aegon verwacht dat Frits Nicolaas nog leeft. En dat merkt hij in zijn portemonnee, want als Aegon van 20 jaar uit zou gaan hoeft het geld van Nicolaas over een kortere periode worden uitgesmeerd en wordt het jaarbedrag dat hij krijgt hoger.
Sterftewinst
Toen Kassa verzekeraars vroeg naar hun levensverwachting voor een gemiddelde man die op 1 december 2016 65 werd, bleken ze allemaal boven de verwachting van het A.G. te zitten. Met een marge van een half jaar tot 4 jaar en 2 maanden. Het kan in het belang zijn van verzekeraars dat zij hogere gemiddelde levensverwachtingen hanteren. Want als verzekerden gemiddeld eerder doodgaan dan verwacht, hoeven ze minder lang het pensioen uit te keren dan verwacht. Dat wordt sterftewinst genoemd.
Maar of verzekeraars daadwerkelijk op deze manier onredelijke winsten maken is onduidelijk. De verzekeringsbranche heeft namelijk wel een verklaring voor de afwijking tussen hun levensverwachting en de verwachting van het Actuarieel Genootschap. Verzekeraars zijn verplicht om te kijken naar de verwachting van hun klanten en het A.G. maakt een verwachting voor heel Nederland. Verzekeraars stellen dat uit ervaring blijkt dat hun klanten ouder worden dan de gemiddelde Nederlander. Maar ze zijn niet verplicht hun eigen sterftetafels bekend te maken, waar de levensverwachtingen van hun klanten in verzameld zijn. Daardoor is onduidelijk of de afwijking van de A.G.-gegevens onredelijk is. Mensen die een pensioen aankopen kunnen alleen vergelijken op basis van het jaarbedrag dat verschillende verzekeraars hen bieden. Als alle verzekeraars daarbij onredelijk hoge levensverwachtingen hanteren, kan het dus zijn dat alle pensioenaanbieders onredelijk lage pensioenen bieden. Maar het KiFiD gaf Nicolaas geen gelijk in zijn zaak tegen Aegon omdat verzekeraars niet verplicht zijn om hun sterftetafels te delen.
Gebrek aan transparantie
Volgens de gerespecteerde actuaris en oud-vicevoorzitter van het Actuarieel Genootschap Jan Donselaar is het gebrek aan transparantie een slechte zaak voor de consument. Hij stelt dat zowel klanten als hun pensioenadviseurs niet de beschikking krijgen over de belangrijke informatie. Iets wat volgens Donselaar door grote bedrijven, die met pensioenverzekeraars in zee gaan, zeker niet wordt geaccepteerd. Hij roept klanten daarom op om massaal transparantie van verzekeraars te eisen.
Maar Nicolaas stapte ook naar het KiFiD vanwege de in zijn ogen lage afkoopsom van 5200 euro die hij van Centraal Beheer Achmea kreeg. Wat de berekening achter dat bedrag is werd Nicolaas niet verteld. In de eerste brief stond enkel zijn opgebouwde pensioen van 397,21 euro per jaar genoemd en het afkoopaanbod van 5213,30 euro. Pas na lang zeuren kreeg hij mondjesmaat meer informatie over de afkoopsom. Maar duidelijk hoe de berekening achter de afkoopsom in elkaar zat werd het nooit. En pas toen Nicolaas het als voorwaarde stelde voor een schikking bij het KiFiD kreeg hij te horen wat de voor hem voorspelde levensverwachting was: 22,06 jaar.
Afkoop ruim 2000 euro lager
De afkoopsom die Nicolaas kreeg was na aftrek van kosten het startbedrag waarmee Centraal Beheer op het moment dat Nicolaas zijn pensioenleeftijd behaalde zou gaan beleggen. Met de ruim 5000 euro en het rendement dat Centraal Beheer Achmea op dat bedrag verwachte te behalen, zou de verzekeraar Nicolaas ieder jaar zijn pensioen kunnen uitbetalen voor de 22 jaar die Nicolaas volgens de gemiddelde verwachting nog zou leven. Als Nicolaas zijn pensioen gewoon zou laten ingaan zou hij, als hij de gemiddelde levensverwachting haalt, ruim 7800 euro van Centraal Beheer ontvangen.
Actuaris Jan Donselaar vindt het een slecht aanbod van Centraal Beheer Achmea omdat de verzekeraar van het langerlevenrisico, het rendementsrisico en de administratieve kosten af is. En hoewel er volgens Donselaar niet door de verzekeraar wordt gelogen, geeft die Nicolaas wel heel beperkt informatie. Daarmee kan de klant nooit een goede keuze maken. De actuaris denkt dat Centraal Beheer Achmea niet transparant communiceert vanwege de grote voordelen die de verzekeraar bij afkoop heeft.
Voor Nicolaas zijn er de nadelen. Hij krijgt een lager bedrag dan hij zou krijgen als hij de gemiddelde levensverwachting van de verzekeraar haalt, hij kan zelf de risico’s om dat hogere bedrag te halen niet zo goed dragen als Centraal Beheer Achmea, en het gehanteerde rendement van 3 en 4 procent krijgt hij niet op zijn spaarrekening. Maar over dat alles wordt hij niet door zijn verzekeraar geïnformeerd. Pas als hij naar het KiFiD stapt krijgt hij iets meer informatie. Actuaris Jan Donselaar gaat ervan uit dat het gebrek aan transparantie bij afkoop in de hele verzekeringsbranche speelt.
Zelfs eenzijdige afkoop mag
Frits Nicolaas kreeg nog de keuze van Centraal Beheer Achmea om zijn pensioen af te kopen. Maar sinds 2007 zijn pensioenaanbieders bij kleine pensioenen, onder de 467,89 euro, niet eens meer verplicht om toestemming te vragen aan hun klanten. Ze kunnen het gewoon eenzijdig doen. Dat kan een groot probleem worden in combinatie met de flexibele arbeidsmarkt. Doordat steeds meer mensen in korte tijd bij verschillende bedrijven werken, bouwen ze potentieel meerdere kleine pensioenen op. Als die dan allemaal eenzijdig tegen slechte voorwaarden worden afgekocht blijft er weinig over van hun pensioen.
Mogelijk komt er een einde aan de afkooppraktijken. Op dit moment werkt het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid aan een nieuwe wet die het afkopen van kleine pensioenen moet stoppen. Het is de bedoeling dat kleine pensioenen meeverhuizen met de klant als die van werk wisselt en een andere pensioenaanbieder krijgt. Maar de wetgeving komt pas na de verkiezingen in de Tweede Kamer als er waarschijnlijk een nieuw parlement is en een demissionair of geheel nieuw kabinet. En met de nieuwe wet zijn alle mensen die tot nu toe door een weinig transparante keuze mogelijk voor een slecht afkoopbedrag hebben gekozen niet geholpen.