Steeds minder geldautomaten; iedere dag verdwijnt er één
09-11-2019
•
leestijd 3 minuten
•
1225 keer bekeken
•
De behoefte aan een geldautomaat in de buurt is nog
steeds heel groot, blijkt uit een enquête van Kassa. Driekwart
van de ondervraagden vindt een afstand tot twee kilometer naar een geldautomaat nog
acceptabel. Maar banken gaan uit van maximaal vijf kilometer. Het verdwijnen van
geldautomaten zorgt voor problemen in dorpen en kleine kernen.
In
het tweede kwartaal van 2019 stonden in Nederland nog 7070 geldautomaten,
blijkt uit de meest recente cijfers van De Nederlandsche Bank. Dat waren er in
dezelfde periode in 2015 nog 8535. Gemiddeld verdween in de tussenliggende
periode dus iets meer dan een geldautomaat per dag. Tien jaar geleden telde ons
land zelfs nog 9460 geldautomaten.
Vijf-kilometernorm
Terwijl
het aantal geldautomaten snel daalt, zeggen ING, ABN Amro en Rabobank wel
degelijk contant geld voor iedereen bereikbaar te willen houden. Daarvoor
werken ze binnen Geldmaat samen om een landelijk netwerk van geldautomaten
overeind te houden. Maar daarbij wordt nog steeds gewerkt met een vijf-kilometernorm. Het is de bedoeling dat iedereen in Nederland hemelsbreed binnen
vijf kilometer van een geldautomaat woont.
Enquête onder Kassa-publiek
Uit een enquête onder het
publiek van Kassa blijkt echter dat de meerderheid vijf kilometer te ver vindt.
78,7 procent van 2994 respondenten noemt een afstand tot twee kilometer acceptabel. Een
groot deel (71,1 procent) heeft ook een geldautomaat binnen twee kilometer van hun huis.
Maar nog steeds vindt bijna één op de vijf mensen (18,8 procent) de dichtstbijzijnde
geldautomaat te ver of soms zelfs onbereikbaar. En de ontevredenheid wordt
groter als de afstand groter wordt. Van de mensen die aangeven dat de
dichtstbijzijnde automaat binnen drie tot vijf kilometer van hun huis staat, vindt
54 procent dat te ver. En van de groep die meer dan vijf kilometer moet reizen vindt 74 procent dat te ver.
Verdwijnen geldautomaten probleem in buitengebied
Het
verdwijnen van geldautomaten zorgt voor problemen in dorpen en het
buitengebied. Dat stelt de Landelijke Vereniging voor Kleine Kernen (LVKK). De vereniging
vindt dat iedere plaats met middenstand ook een geldautomaat moet hebben. Maar
de LVKK schat dat er tientallen plaatsen zijn in Nederland waar nog wel winkels
en horeca zijn, maar geen geldautomaat meer. De vereniging is bang dat met het
verdwijnen van de geldautomaten de middenstand daar nog meer onder druk komt te
staan en uiteindelijk vertrekt. Dat zorgt voor verslechtering van de
leefbaarheid.
Daling gebruik contant geld
Volgens
Betaalvereniging Nederland verdwijnen de geldautomaten, omdat we veel minder
contant geld gebruiken. De vereniging is in Nederland namens banken en andere
betaaldiensten verantwoordelijk voor de infrastructuur van het betaalverkeer. In
2018 was 37 procent van de betalingen aan de kassa in winkels en horeca contant, de
rest digitaal. Vijf jaar eerder waren die percentages volgens de Betaalvereniging
nog omgekeerd.
Voorkeur aan cash
De LVKK wijst juist op de
37 procent om aan te geven dat nog steeds een grote behoefte bestaat aan contant geld.
Twee miljoen Nederlanders zouden volgens de vereniging de voorkeur geven aan cash, omdat ze onkundig, onhandig of onzeker zijn met digitaal bankieren. In het
buitengebied is die groep door de sterke vergrijzing daar relatief sterk
aanwezig.
Vijf-kilometernorm geen harde eis
Betaalvereniging Nederland
noemt de vijf-kilometernorm geen harde eis. Het is volgens de vereniging een
middel om te kijken of er een goede spreiding is. Dat betekent niet dat er
lokaal niet toch problemen kunnen zijn. Als dat wel zo is moet gekeken worden
of dat kan worden opgelost. Maar dat hoeft niet per se met een geldautomaat te
zijn. Eerst moet gekeken worden of goedkopere oplossingen mogelijk zijn.