Slechts 6 op de 10 vrouwen doet mee aan onderzoek naar baarmoederhalskanker
20-01-2020
•
leestijd 2 minuten
•
177 keer bekeken
•
Het aantal vrouwen dat een uitstrijkje laat maken na een oproep tot deelname aan het bevolkingsonderzoek, neemt niet meer toe. Waar eerder zeven op de tien vrouwen meededen aan het onderzoek naar baarmoedershalskanker, zijn dat er nu nog maar zes op de tien, meldt stichting Olijf, een patiëntenorganisatie voor vrouwen met gynaecologische kanker.
Stichting Olijf baseert zich op cijfers van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM). Jaarlijks krijgen achthonderd vrouwen in Nederland de diagnose baarmoederhalskanker en sterven ongeveer tweehonderd vrouwen aan de gevolgen ervan, blijkt uit cijfers van het RIVM.
Minder uitstrijkjes bij vrouwen tussen 35 en 50 jaar
Met name vrouwen tussen de 35 en 50 jaar laten minder vaak een uitstrijkje maken. Het RIVM waarschuwt dat er in veel gevallen baarmoederhalskanker wordt opgespoord als meer vrouwen deelnemen.
Vroege screening en vaccinatie
Zonder vroege screening en vaccinatie van meisjes tegen het Humaan Papilloma Virus (HPV) zou volgens de stichting Olijf het aantal slachtoffers bijna het dubbele zijn. Volgens de patiëntenorganisatie is baarmoederhalskanker één van de weinige vormen die in een vroeg stadium kan worden opgespoord en vaak voorkomen kan worden.
Baarmoederhalskanker wordt bijna altijd veroorzaakt door langdurige infectie met HPV, waarmee circa tachtig procent van de vrouwen besmet raakt. Dat wordt door seksueel contact overgedragen.
325 sterfgevallen voorkomen
Vrouwen tussen de dertig en zestig jaar wordt elke vijf jaar gevraagd om een uitstrijkje te laten maken. Bij de laatste oproep gaven zo’n 800.000 vrouwen gehoor aan de oproep. Bij 35 van hen werd uiteindelijk baarmoederhalskanker gevonden. Daarnaast werd bij vijfduizend vrouwen een voorstadium geconstateerd. Zo werden volgens een schatting circa 325 sterfgevallen voorkomen, aldus de stichting.