DSB-oprichter Dirk Scheringa heeft de ondergang van zijn eigen imperium, waartoe ook DSB Bank behoorde, grotendeels zelf veroorzaakt. Dat blijkt uit een onderzoek waarvan de curatoren van DSB de resultaten dinsdag hebben gepresenteerd.
Gebrek aan kennis en inzicht
DSB ging volgens de curatoren ten onder aan een gebrek aan kennis en inzicht bij het bestuur en onvoldoende toezicht van zowel De Nederlandsche Bank (DNB) als de eigen raad van commissarissen. Ook stellen zij vast dat Scheringa feitelijk alleen de dienst uitmaakte bij DSB Bank en moederbedrijf DSB Beheer.
Doof voor waarschuwingen
Scheringa drukte veelal zijn zin door, en was doof voor waarschuwingen van financieel beter onderlegde medebestuurders over de penibele financiële situatie waarin het bedrijf vanaf 2007 verkeerde. Hij hield zich vooral bezig met zijn eigen hobby's, kunst en sport, waar hij geld in stak ,,zonder realistische financiële planning''.
Zorgplicht ondergeschikt
De zorgplicht aan klanten en de naleving van bankenregels werden ondergeschikt gemaakt aan de commercie. Dat ondermijnde het vertrouwen in DSB en leidde in het najaar van 2009 tot negatieve publiciteit en een run op de bank. Hoewel die bankrun het faillissement van DSB inleidde, zien de curatoren die niet als een oorzaak.
De curatoren bespreken hun rapport nog met de schuldeisers en met de rechter-commissaris. Aan de hand daarvan wordt bepaald of er schadeclaims mogelijk zijn tegen oud-bestuurders.
De onafhankelijke commissie-Scheltema boog zich eerder al over de ondergang van DSB. In dat rapport werden vooral harde noten gekraakt over het falende toezicht van DNB.