'Richt pensioen in naar levensstijl'
31-03-2010
• leestijd 3 minuten
Mensen moeten hun pensioen kunnen inrichten naar de levensstijl die zij wensen te hanteren nadat ze met werken zijn gestopt. Consumenten hebben namelijk een veel beter beeld van het leven dat ze willen leiden na hun pensionering dan van het geld dat dat gaat kosten.
Dat stellen econoom Alfred Slager van de Universiteit van Tilburg en Niels Kortleve van onderzoeksinstituut Netspar in een rapport over de toekomst van de pensioensector, dat zij hebben opgesteld in de aanloop naar de kabinetsformatie na de Kamerverkiezingen. Beide wetenschappers denken dat het zogeheten keuzepensioen de toekomst heeft en dat het hoog tijd wordt dat de consument meer te zeggen krijgt over zijn eigen pensioenopbouw.
,,Pensioenfondsen lijden aan paternalisme. De deelnemer betaalt premies, maar het geld is niet van hem. In de pensioenregeling zitten allerlei elementen waar een werknemer wel voor betaalt, maar waar hij nooit gebruik van kan of gaat maken'', aldus Slager en Kortleve. Zij vinden dat de inrichting van het pensioenstelsel tussen nu en 2015 drastisch moet veranderen.
Pensioenfondsen zouden moeten werken zoals een succesvolle onderneming: ze moeten producten maken en diensten aanbieden die de consument waardeert en waarvoor hij wil betalen, adviseren de wetenschappers. Tussen nu en 2012 moeten pensioencontracten veel eenvoudiger en transparanter worden. Tussen 2012 en 2015 moeten de klanten inspraak krijgen in het fonds en moet er wet- en regelgeving komen die invloed van consumenten op het product mogelijk maakt.
FNV wil flexibele pensioendatum
De FNV wil toe naar een flexibele pensioenleeftijd, die van sector tot sector kan verschillen. Het idee is dat werknemers in de toekomst een vast aantal pensioenjaren gaan opbouwen. De uitkering gaat in op een moment dat afhankelijk is van de gemiddelde levensverwachting in de sector waar zij werken.
De ideeën zijn nog niet uitgewerkt, het is een denkrichting, zo liet een woordvoerder donderdag weten. Maar die denkrichting is wel ingebracht in de gesprekken die de vakcentrale voert met de werkgevers over de pensioenen.
De stijgende levensverwachting vormt een probleem voor pensioenfondsen. De FNV denkt op deze manier ,,een zo eerlijk mogelijke'' pensioenregeling te kunnen maken. Verschuift de levensverwachting, dan schuift ook de pensioendatum op. Wie eerder wil stoppen, krijgt een lagere uitkering. Wie langer leeft, krijgt langer pensioen.
In het FNV-voorstel gaat het om de aanvullende pensioenen waarvoor werknemers via hun werkgever sparen en die bovenop de AOW komen. Werkgevers betalen een flink deel van de premie. Doordat mensen steeds ouder worden, dreigt het aanvullend pensioen onbetaalbaar te worden. Werkgevers zijn met de vakbeweging in overleg om hiervoor een oplossing te zoeken.
Basis van de oudedagsvoorziening is de AOW, die iedereen nu op zijn 65e krijgt. Een meerderheid van de Tweede Kamer steunt plannen om de leeftijd op termijn te verhogen naar 67. Die plannen leidden afgelopen najaar tot een heftige botsing tussen werkgevers, die voor zijn, en de vakbeweging die er fel tegen heeft geageerd. FNV kwam toen samen met CNV en MHP met een tegenvoorstel om mensen de keuze te geven tussen hun 65e en 70e te stoppen met werken.
Wie later met pensioen gaat, krijgt een hogere AOW-uitkering. De vakbeweging wil iedereen een welvaartsvaste AOW garanderen, zowel de ouderen van nu als die van de toekomst. De uitkering groeit in dit plan mee met de ontwikkeling van de lonen en wordt gecorrigeerd voor de stijgende levensverwachting.ANP