Als iemand overlijdt in het ziekenhuis moeten nabestaanden binnen een paar uur belangrijke beslissingen nemen over wat er met hun dierbare moet gebeuren. Het ziekenhuis moet de familie daarover goed voorlichten, maar dat gebeurt regelmatig onvoldoende. Opeens ligt er een onverwachte rekening.
Laatste zorg
Na overlijden moet het stoffelijk overschot worden verzorgd. Deze laatste zorg als iemand is overleden, is onder verdeeld in 'noodzakelijke zorg' en 'wenselijke zorg'. De noodzakelijke zorg zoals het schouwen, het invullen van de overlijdenspapieren, het verwijderen van het infuus of katheter en het gereedmaken voor transport en het afdekken van de overledene is de verantwoordelijkheid van het ziekenhuis, verpleeghuis of verzorgingshuis. De wenselijke laatste zorg, zoals wassen, kleden en koelen, kunnen door zowel het ziekenhuismortuarium als door de uitvaartondernemer worden uitgevoerd. De noodzakelijke zorg komt ten laste van de zorgverzekering. De wenselijke zorg komt voor rekening van de nabestaanden. Zij moeten vrije keus hebben door wie deze zorg wordt verleend.
Voorlichting
Na het overlijden moeten het ziekenhuis, verpleeghuis of verzorgingshuis de nabestaanden dan ook informeren over wat zij nog gaan doen (noodzakelijke zorg) en de wenselijke zorg. Ze moeten de nabestaanden duidelijk maken dat aan de wenselijke zorg kosten verbonden zijn, dat de nabestaanden zelf mogen kiezen door wie ze deze zorg laten uitvoeren en dat ze hier snel over moeten beslissen. Aan die voorlichting schort het nog wel eens in de praktijk, met als gevolg dat nabestaanden onverwacht met een rekening worden geconfronteerd.
Kosten
In de regel wordt tot drie uur na overlijden door het ziekenhuis geen kosten in rekening gebracht. Is het stoffelijk overschot binnen die tijd niet opgehaald door de uitvaartondernemer, dan wordt het naar het ziekenhuismortuarium overgebracht en daar zijn vrijwel altijd kosten aan verbonden. Hoe hoog die kosten zijn verschilt nogal. Mortuaria mogen rekenen wat ze willen. Er is sprake van een vrije markt. Zo brengt het Canisius-Wilhelmina Ziekenhuis €160 aan mortuariumkosten in rekening, maar berekent het Leids Universitair Medisch Centrum geen kosten in rekening die eerste dag. Steeds meer ziekenhuizen besteden hun mortuarium uit aan een externe partij.
Meer informatie
In de studio reageren Tweede Kamerlid voor het CDA Hanke Bruins Slot en uitvaartondernemer Erik Boelkens. Meer informatie over de noodzakelijke laatste zorg bij overlijden in een AWBZ-instelling is
hier
te lezen. De formaliteiten bij overlijden zijn in een folder opgesteld door de Vereniging Mortuariumbeheerders in de Gezondheidszorg (VMG) die
hier
te lezen is. De VMG heeft afspraken gemaakt met de Nederlandse vereniging van Ziekenhuizen. Lees
hier
welke afspraken dat zijn.