Proef met door de staat gereguleerde wietteelt
06-07-2018
• leestijd 2 minuten
Het kabinet heeft een oplossing gevonden voor de wietproef, een belangrijk twistpunt in de coalitie. Het experiment met door de staat gereguleerde wietteelt in zes à tien gemeenten wordt uitgebreid met een controlegroep van nog eens zoveel gemeenten. Zo hoopt het kabinet de proef levensvatbaar te houden, zonder regeringspartijen CDA en ChristenUnie te veel voor het hoofd te stoten.
De commissie die onderzocht hoe het experiment moet verlopen, drong aan op ,,aanzienlijk meer'' gemeenten. Tien gemeenten zou te weinig zijn voor ,,een voldoende representatief onderzoek''.
Criminaliteit en gezondheid
Het experiment moet aantonen of wiet uit de criminaliteit kan worden gehaald, maar ook wat het gebruik van wiet voor de gezondheid betekent, aldus minister Ferd Grapperhaus (Justitie en Veiligheid). ,,We gaan met meerdere telers werken. En alleen in coffeeshops verkopen.'' Volgens hem moet de proef wetenschappelijk verantwoord zijn, zonder in te druisen tegen internationale verdragen. De proef nog verder uitbreiden, was daardoor een onbegaanbare weg.
De uitbreiding lag politiek gevoelig in de coalitie. CDA en ChristenUnie vrezen sowieso dat het geëxperimenteer geleidelijk de praktijk wordt. Zij vinden dan ook dat het kabinet flink moet investeren in preventie. D66 is in de coalitie de warmste pleitbezorger van de proef.
Er wordt geen maximum gesteld aan de hoeveelheid thc, de werkzame stof in cannabis. Deelnemende coffeeshops mogen daarnaast een grotere handelsvoorraad aanhouden dan het huidige maximum van 500 gram. Knottnerus had dat aangeraden, zodat een coffeeshop maar een keer per dag hoeft te worden bevoorraad. Volgens Grapperhaus wordt er wel een nieuw maximum gesteld, maar hij wilde nog geen concrete hoeveelheid noemen.
Proef voor vier jaar
De proef duurt in principe vier jaar. Na evaluatie kan het experiment worden verlengd, maar dat besluit zal waarschijnlijk zijn aan een volgend kabinet zijn. Als het huidige kabinet er nog iets over te zeggen krijgt, dan moet bij gebleken succes ,,de wetgeving die kant op'', aldus Grapperhaus. Over hoe 'succes' eruit ziet wilde de minister zich nog niet uitlaten. Het is aan de nog in te stellen evaluatiecommissie om dat te definiëren.