Een bezoek aan een arts kan voor behoorlijk veel stress zorgen. Maar wat als je een brief van het ziekenhuis krijgt die je niet goed kan lezen? Dan neemt de stress toe, breekt het zweet je uit, en zo kom je snel in de problemen. Met andere woorden, je raakt zo verdwaald in het zorgsysteem. Mensen die laaggeletterd zijn, lopen hier dagelijks tegenaan.
En dat betreft een aanzienlijk deel van de Nederlandse bevolking. Wat wordt eigenlijk verstaan onder de term 'laaggeletterdheid'?
Wie moeite heeft met lezen en schrijven, is laaggeletterd. Maar wie denkt dat slechts een zeer kleine minderheid tot deze groep wordt geschaard, heeft het mis.
Het gaat in Nederland namelijk om maar liefst 2,5 miljoen mensen van 16 jaar en ouder. Bijna één op de zes Nederlanders – althans, uit deze leeftijdscategorie – is dus laaggeletterd. Het overgrote deel van deze groep heeft een Nederlandse achtergrond, de rest heeft een migratieachtergrond.
Het taalniveau is vergelijkbaar met dat van een kind uit groep 6 van de basisschool. Ze kunnen eenvoudige zinnen lezen en schrijven, maar bij meer complexe teksten gaat het mis. Zaken als een brief van de GGD over de coronavaccinatie of het kunnen lezen – laat staan begrijpen – van de bijsluiter van een medicijn, is vaak simpelweg te ingewikkeld. En dat zorgt voor de nodige problemen.
Het gebruik van een computer en smartphone is complex, zeker als je moeite hebt met lezen. Daardoor ontbreekt het laaggeletterden vaak aan zogenaamde digitale vaardigheden, zoals het kunnen inloggen met je DigiD of het scannen van een QR-code via je telefoon.
Omdat de groep laaggeletterden minder makkelijk hun weg kan vinden in de gezondheidszorg en communiceren met zorgverleners moeilijk is, hebben zij zoals dat heet 'beperkte gezondheidsvaardigheden’', met als gevolg vaak een slechtere gezondheid.
Uit onderzoek blijkt dat dit de samenleving 257 miljoen euro per jaar aan extra gezondheidszorg kost.
Prof. dr. Maurice de Greef weet als professor Leereffecten en laaggeletterden precies waar het – voor mensen die moeilijk kunnen lezen – misgaat in Nederland:
"Deze mensen lopen in het dagelijks leven eigenlijk tegen heel praktische problemen aan. Het solliciteren naar een andere baan is bijvoorbeeld lastig, het functioneren op de werkvloer of het kunnen lezen van de veiligheidsregels is heel moeilijk."
En, zo vervolgt De Greef: "Internetbankieren is voor ons allemaal een stoei maar voor deze mensen komen er zelfs niet aan toe".
Hij vindt het dan ook hoog tijd dat de Rijksoverheid meer geld uittrekt om laaggeletterdheid te bestrijden, want de afgelopen jaren is tweederde van het budget voor volwasseneneducatie wegbezuinigd.
Patricia Heijdenrijk is directeur van kenniscentrum Pharos, dat de overheid en zorginstellingen helpt met het terugdringen van de grote sociaaleconomische gezondheidsverschillen. "Wij hebben de zorg in Nederland best ingewikkeld gemaakt, terwijl één op de vier Nederlanders beperkte gezondheidsvaardigheden heeft", zegt ze.
Ze ziet dat zaken als laaggeletterdheid en armoede een enorm effect hebben op de gezondheid van mensen: "Als mensen het leven niet meer kunnen betalen, dan levert dat een hoge mate van stress op. Daardoor ontstaat alleen maar extra kwetsbaarheid. Vaak weigeren patiënten om financiële redenen überhaupt hulp te zoeken en ze modderen zelf te lang aan, waardoor fysieke en mentale problemen alleen maar toenemen."
En dat kan flinke gevolgen hebben. Heijdenrijk vervolgt: "Als je arm bent, ga je gemiddeld zes jaar eerder dood dan een rijk iemand. Ook krijgen arme mensen gemiddeld vijftien jaar eerder te maken met ziekte. Ze hebben minder kansen en lopen meer risico. Bijvoorbeeld op diabetes, longziekten, stress en depressie".
Heijdenrijk vindt dat er een te groot beroep wordt gedaan op de zelfredzaamheid van mensen en dat er over het algemeen te vaak wordt verwacht dat mensen goed in staat zijn om voor zichzelf te kunnen zorgen.
"Want", zegt ze, "Heel veel mensen zijn daar simpelweg niet toe in staat. Voor iedereen is het belangrijk dat de zorg toegankelijk is – en dat er sprake is van heldere communicatie – maar voor deze hele grote groep mensen moet er iets extra's worden gedaan".
Ze vervolgt: "Iedereen (!!) moet in de stand komen dat er begrijpbare informatie beschikbaar is. Een gesprek in de spreekkamer – bijvoorbeeld een slechtnieuwsgesprek – is niet eenvoudig voor een arts, maar je wilt toch niet dat de patiënt daarna in verwarring de deur uit gaat en de boodschap niet goed heeft begrepen."
Ook maakt laaggeletterdheid het nemen van beslissingen soms een stuk ingewikkelder. Heijdenrijk: "Hoe kun je als arts samen met een patiënt beslissen over een behandeling als de patiënt zelf eigenlijk niet goed weet waar hij over moet en kan beslissen, simpelweg omdat de patiënt het niet begrijpt."
Ook de artsen zelf kunnen daar hun steentje aan bijdragen: "Er is echt geen arts die geen goede zorg wil verlenen. Ze denken oprecht dat ze het goed doen, maar ze moeten eenvoudiger communiceren!"
Arts-onderzoeker Florine Schlatmann doet promotieonderzoek naar beperkte gezondheidsvaardigheden in de gezondheidszorg vanuit Rijnstate, topklinisch ziekenhuis in Arnhem en UMCG (Groningen).
Zij zag jaren geleden al dat apothekers folders gebruikten met eenvoudige teksten en plaatjes om de informatie makkelijker over te dragen. "Apotheken zijn hier voorlopers in", zegt ze. Veel informatie in ziekenhuizen wordt via folders (of digitaal) met daarin veel tekst meegegeven aan patiënten. Dit is helaas voor veel patiënten lastig om te begrijpen.
Op het vlak van urologie ontwikkelde zij samen met uroloog Michael van Balken nieuw voorlichtingsmateriaal: 'Aap-Noot-Nier', een duidelijke verwijzing naar het leesplankje van Hoogeveen. Met veel plaatjes en korte stukken tekst wordt informatie een stuk duidelijker. Als de informatie via een animatie wordt aangeboden, is de informatieoverdracht helemaal optimaal, zoals uit wetenschappelijk onderzoek is gebleken.
Schlatmann vindt dat er langzaam maar zeker meer aandacht komt voor de problematiek. "Een specialist moet in een consult van zo’n 10-15 minuten een diagnose stellen, uitleg geven hierover, de behandelopties doornemen én samen met een patiënt tot een keuze komen."
Dat brengt laaggeletterden niet zelden in de problemen. Maar dat ligt niet alleen aan de arts of specialist, ook de patiënt moet het duidelijk en eerlijk aangeven als bepaalde informatie te complex is of niet goed begrepen wordt.
Schlatmann: "Het is te makkelijk om een specialist te verwijten dat deze het niet goed doet; deze doet namelijk zijn stinkende best om het voor de patiënt zo goed mogelijk te doen. Daarnaast zie je vaak dat een patiënt uit schaamte verdoezelt iets niet helemaal te begrijpen. Dat maakt het voor een arts ook heel lastig."
Ze besluit: "Communicatie komt van twee kanten: een patiënt mag het écht eerlijk aangeven als iets niet wordt begrepen.”
Patricia Heijdenrijk onderschrijft dat de artsen hard hun best doen: "Er is echt geen arts die geen goede zorg wil verlenen. Ze denken oprecht dat ze het goed doen, maar ze moeten leren eenvoudiger te communiceren. Als een arts begrijpelijk communiceert, is dat voor iedereen fijn."
Daarnaast hoopt ze dat artsen vaker om feedback vragen na afloop van een gesprek: "Iedere zorgverlener kan gebruik maken van de zogenaamde 'terugvraagmethode'. Dat is een eenvoudige controlevraag aan het einde van een consult: 'Ik wil graag weten of ik het goed heb uitgelegd, kunt u mij kort aangeven wat u nu thuis gaat vertellen?'"
Ze ziet dat verbeteringen nu vaak beginnen bij individuele artsen die zich er hard voor maken. Dat werpt regelmatig zijn vruchten af: er zijn inmiddels hele afdelingen die doordrongen zijn van het belang en er gezamenlijk echt voor gaan. Er is dus wel beweging maar je wilt dat het tot in de bestuurskamer – of eigenlijk tot in de gehéle organisatie – doordringt en dat het een verplicht onderdeel wordt van de medische opleidingen.
Heijdenrijk vindt dat de verantwoordelijkheid voor het geven van begrijpelijk informatie bij de zorg ligt, en niet bij de patiënt. "Als we ons realiseren hoe groot de kans op gezondheidsschade voor mensen is, dan beginnen we er vandaag nog mee om het anders/beter te doen."
Meld je snel en gratis aan voor de Kassa nieuwsbrief!