Plant voorziet je huis van een plaag: wat kun je hiertegen doen?

Planten kunnen een leuke aanwinst zijn voor je interieur. Ze leven, groeien en zullen soms bloeien. Met een beetje liefde en zorg geniet je van een plant die zich steeds verder ontwikkelt. Het kopen van een nieuwe bladerige aanwinst kan dan ook een leuke bezigheid zijn. Toch heeft je plant soms ongezien meelifters, die eenmaal in huis een heuse plaag kunnen veroorzaken. 

Gelukkig zijn de plaagdiertjes niet het einde van de wereld en is er heel vaak een natuurlijke oplossing te vinden om van het probleem af te komen. Toch is het handig om eerst te achterhalen om welk insect het gaat, zodat je weet wat de beste oplossing is.

Een goede eerste stap is om besmette planten in quarantaine te plaatsen. Zodoende beperk je de kans dat andere planten in huis ook besmet raken… anders is het vaak dweilen met de kraan open. Een goede manier om je plant in quarantaine te plaatsen, is door deze in een aparte ruimte te zetten, waar geen andere planten staan. Dit hou je zo, totdat de plaag is opgelost.

Bladluizen zijn vaak te herkennen door hun ovale lichaam. Ook hebben ze twee ‘antennes’ op hun achterkant. Ze komen in tal van kleuren voor: van zwart en grijs tot aan paars en groen. Vaak verspreiden deze beestjes zich door te lopen of liften ze mee op kleding of huisdieren. Sommige luizen kunnen zelfs vliegen. 

Over het algemeen is het zo dat bladluizen niet van koud water houden. Het kan dus werken om de besmette plant regelmatig te besproeien met koud water. Dit is gemakkelijk te doen met een plantenspuit. Ook kun je de beestjes van de plant halen met je handen, waarna je ze in een bakje koud water schuift. Bladluizen zijn niet giftig en kunnen ook niet steken of bijten, dus dit kan je veilig doen. 

Vooral bij heftige plagen kan het nodig zijn om dit regelmatig te herhalen. Werkt het nog steeds niet? Dan biedt een biologisch bestrijdingsmiddel tegen luizen een uitkomst. Let dan wel op dat het om een middel gaat dat niet schadelijk is voor het milieu, de plant en jezelf.

Dit insect wordt in de volksmond vaak rouwvliegje genoemd, terwijl het officieel een muggensoort is. Ook dit beestje kan een invasie in huis veroorzaken. Dat komt doordat dit insect zich snel voortplant. De varenrouwmug is enkele millimeters groot en zwart. Vaak vliegen ze op zodra je water bij de plant giet. 

Een invasie van deze insecten is soms zeer hardnekkig. Probeer dit daarom te voorkomen door dood materiaal – zoals dode bladeren – weg te halen. Verder helpt het om te voorkomen dat de potgrond te nat blijft, want dat vormt een goede voedingsbodem voor de larven. 

Heb je nou toch een invasie in huis? Isoleer direct de plant om te voorkomen dat ook andere planten aangetast worden. Om de larven in de potgrond te bestrijden kan je ervoor kiezen om alle potgrond te vervangen en de pot goed schoon te maken, maar het is ook mogelijk om aaltjes te gebruiken. Aaltjes zijn microscopische parasieten. Ze zijn de natuurlijke vijand van de larven en brengen geen schade aan de plant. Als alle larven weg zijn, is de invasie vaak binnen enkele dagen verdwenen. 

Deze kleine insecten van minder dan één millimeter groot kunnen je planten ook flink aantasten. De mijten vestigen zich aan de onderkant van de bladeren om zodoende de sappen eruit de zuigen. Aan de bovenkant ontstaat vervolgens een klein geel puntje op die plek. Uiteindelijk sterft het blad in zijn geheel af. 

Spint bestrijden kan een hardnekkig klusje zijn, vooral als je het op de natuurlijke wijze wil doen. Een goede manier om spint te bestrijden is door hun natuurlijke vijand in te zetten: de roofmijt. Roofmijten gaan actief opzoek naar hun prooi en lossen zodoende de plaag op. Overigens werken ze niet alleen tegen spint, ook tripsen (een ander soort plaagdiertje) staan op het menu van de roofmijt. Het nadeel is wel dat je vervolgens roofmijten in huis hebt.

De beste oplossing voor een plaag is het te voorkomen. Hoewel je niet altijd invloed hebt op wat er meelift met je plant, zijn er wel een aantal dingen die je kunt doen om plagen te voorkomen. Een goede eerste stap is om in de winkel goed op te letten. Controleer bijvoorbeeld de bladoksels* van de plant en kijk of er beestjes in de potgrond zitten.

Veel plaagdiertjes houden niet van een hoge luchtvochtigheid. Het kan dus goed helpen om regelmatig de bladeren van je plant te besproeien met een plantenspuit, zoals we ook eerder al aangaven. Ook is het verstandig om de potgrond droog te laten worden voordat je opnieuw water geeft. Bij sommige planten zal dit makkelijker lukken dan bij andere. 

Een andere tip is om plantenpotten goed schoon te maken voordat je er een plant in plaatst. Soms zitten er nog eitjes in de pot. Dit is vooral het geval als er een besmette plant in heeft gestaan.

Tot slot is het verstandig om niet te veel voeding te geven aan je planten. Wanneer een plant te veel voeding krijgt, zal deze vatbaarder worden voor plagen en ziektes.