Het moet mogelijk worden om mensen die iemand intimideren met het gebruik van persoonsgegevens strafrechtelijk aan te pakken. Bij het fenomeen dat ‘doxing’ wordt genoemd worden mensen bijvoorbeeld bang gemaakt doordat iemand hun persoonsgegevens deelt in chatgroepen en daardoor angstig gemaakt wordt.
Doxing heeft de afgelopen jaren een flinke vlucht genomen. Daarom is er nu een wetsvoorstel ingediend aan de Tweede Kamer om het gebruik van persoonsgegevens voor intimiderende doeleinden strafbaar te stellen.
Eerder ontving minister Yeşilgöz-Zegerius (Justitie en Veiligheid) al het advies hierover van de Raad van State.
Mensen die te maken krijgen met doxing hebben vaak een specifiek beroep als hulpverlener, politieagent, journalist of politici. Ook wetenschappers, opiniemakers of medewerkers van gemeenten krijgen te maken met mensen die hun persoonsgegevens verspreiden of doorsturen met als doel angst aan te jagen. De Tweede Kamer en werkgevers zoals de politie hebben aangegeven zich zorgen te maken over hun medewerkers. Zij hebben gepleit voor een strafrechtelijke aanpak van dit probleem.
Het voorstel geldt niet alleen voor de beroepen, maar ook mensen die om andere redenen te maken krijgen met doxing. Als voorbeeld noemt de Rijksoverheid mensen waarvan een foto en telefoonnummer door een ex-partner wordt verspreidt op een online-forum.
De verwachting is dat het wetsvoorstel van minister Yeşilgöz-Zegerius de politie en het Openbaar Ministerie een stevigere basis zal geven om op te treden tegen doxing. Het slachtoffer kan daarnaast ook zelf een civiele procedure starten indien bekend is wie de gewraakte content online heeft geplaatst. Dan kan een schadevergoeding en het offline halen van de onrechtmatige content worden geëist.
Mocht de dader niet bekend zijn, dan kan bij de tussenpersoon die de content host een melding worden gemaakt. Tussenpersonen als providers en online platformen hebben een rol om op te treden, indien zij ervan op de hoogte zijn dat op hun platformen of servers strafbare of onrechtmatige content staat.
Bron: Rijksoverheid
Meld je snel en gratis aan voor de Kassa nieuwsbrief!