Personeel bang om werkstress aan te kaarten

Veel werknemers zijn bang om te zeggen dat ze last hebben van werkstress. Bijna een kwart meent dat dat leidt tot een lagere beoordeling, 16 procent vreest gezichtsverlies en 14 procent denkt zelfs zijn baan kwijt te raken. Dat blijkt uit een onderzoek van het ministerie van Sociale Zaken.

Minister Lodewijk Asscher, die maandag de aftrap geeft voor de Werkstressweek, vindt dat het taboe op werkstress van tafel moet. ,,Het is geen schande als je werk je te veel wordt, het is wel een schande als je werkgever daar geen oog voor heeft.'' De minister wijst erop dat werkstress het bedrijfsleven kapitalen kost vanwege het ziekteverzuim. Onderzoeksinstituut TNO becijferde die kosten vorige week op 2,2 miljard euro in 2012. Ruim 1 op de 8 werknemers heeft last van werkstress.

Volgens het onderzoek van Sociale Zaken zegt 41 procent van de werknemers dat werkstress als normaal wordt gezien in het bedrijf waar ze werken. Van de leidinggevenden zegt 32 procent dat. 45 procent van de medewerkers meent dat het ter sprake brengen van werkstress de indruk wekt dat men het werk niet aankan. Volgens 15 procent van de leidinggevenden staat de bedrijfscultuur het praten over werkstress in de weg.

Leidinggevenden voelen zich vaak belemmerd om over werkstress te praten omdat ze denken dat er sprake is van privégerelateerde problemen die ze niet kunnen oplossen, of ze willen zich niet mengen in een privésituatie. Soms hebben leidinggevenden ook het gevoel dat ze de werkstress zelf hebben veroorzaakt.

Voor de start van de Werkstressweek bezoekt Asscher maandag het Onze Lieve Vrouwe Gasthuis in Amsterdam. Dit ziekenhuis besteedt veel aandacht aan het voorkomen van werkstress bij werknemers. Asscher verwacht dat goede voorbeelden andere bedrijven kunnen inspireren. Hij noemt werkstress ,,beroepsrisico nummer 1''. Niet alleen bedrijven worden erdoor op kosten gejaagd, het kost ook menselijk kapitaal ,,omdat goede mensen soms finaal afknappen'', aldus de minister. ANP