Online en offline senioren: verplicht ons niet tot digitalisering

91 procent van de internetloze senioren en 46 procent van de online senioren zijn het zat dat ze meer en meer verplicht worden om al hun zaken via het internet te moeten regelen, blijkt uit onderzoek van seniorenorganisatie KBO-PCOB onder 3713 Nederlandse senioren. Aan het onderzoek deden 2814 online senioren, met een gemiddelde leeftijd van 74 jaar, en 899 offline senioren mee, met een gemiddelde leeftijd van 81 jaar.

98 procent van de offline senioren en 94 procent van de online senioren zijn van mening dat bedrijven en overheden altijd een alternatief moeten bieden voor mensen zonder internet. Bedrijven en overheden gebruiken volgens 60 procent van de offline senioren en 45 procent van de online senioren als aanleiding om alles alleen nog via internet te doen. Marcel Sturkenboom, directeur KBO-PCOB, stelt dat digitalisering niet voor iedereen zo vanzelfsprekend is. “Het kan niet zo zijn dat mensen worden uitgesloten omdat ze geen of maar beperkt internet gebruiken. Daar  moeten overheden en bedrijven rekening mee houden”, aldus Sturkenboom.

De senioren die geen internet gebruiken geven veelal aan dat ze internet te moeilijk en te ingewikkeld vinden. Daarnaast geven ze aan geen internet te gebruiken vanwege de onveiligheid van internet, omdat ze te oud zijn of omdat ze er geen geschikte apparatuur voor hebben. Een kleine groep van de offline senioren, namelijk 16 procent, geeft aan wel online te gaan als ze een internetcursus krijgen. Echter, bijna de helft van de offline senioren, zo'n 48 procent, geeft aan nooit te zullen gaan internetten.

53 procent van de offline senioren geeft aan weleens in de problemen te zijn gekomen door het geen internet hebben. Zo komen ze in de problemen bij bijvoorbeeld de belastingaangifte, het zoeken naar informatie, het doen van betalingen en bankzaken, het maken van afspraken met overheid en gemeente en het maken van afspraken met zorgverleners.

Het meerendeel van de senioren - zo'n 90 procent - die wel van het internet gebruik maken, doet dat vrijwel dagelijks. Gemiddeld zijn deze senioren 2,5 uur per dag online. Het liefst maken ze dan gebruik van een tablet (28 procent), gevolgd door een desktop (25 procent), laptop (24 procent) en smartphone (21 procent). Deze senioren gebruiken internet met name voor het versturen van e-mail. Daarnaast gebruiken ze het voor internetbankieren, (nieuws)informatie opzoeken, contact onderhouden met familie en vrienden, gebruik maken van overheidsdiensten, zoals de Belastingdienst, en het versturen en bekijken van foto’s.

De senioren gebruiken het internet bijna niet om dagelijkse boodschappen te bestellen en voor huisautomatisering (zoals smart-apps voor de verwarming aanzetten, gas- en elektriciteitsgebruik meten).