Ruim een half miljoen mensen zijn langdurig arm en iets meer dan 1 miljoen leeft op de lage-inkomensgrens. Om kansenongelijkheid bij kinderen terug te dringen, is per 1 augustus 2021 de wet over de vrijwillige ouderbijdrage veranderd. Kinderen mogen niet meer uitgesloten worden van activiteiten, zoals schoolreisjes en kamp, als ouders de vrijwillige ouderbijdrage niet betalen. Maar hoe gaat dat in de praktijk?
De kern van de wetswijziging is dat alle leerlingen moeten kunnen meedoen met alle activiteiten die de school (het bevoegd gezag) organiseert, ook als ouders de vrijwillige ouderbijdrage niet betalen. Het maakt hierbij niet uit of het een schoolreis, taalreis of werkweek genoemd wordt of dat het buiten schooltijd om georganiseerd wordt.
Ondanks de nieuwe regels, geeft twintig procent van de ouders aan dat hun kind niet mee mag doen aan extra activiteiten als de vrijwillige bijdrage niet wordt betaald. Dit blijkt uit een enquête van Ouders & Onderwijs die samen met Kassa werd uitgevoerd onder 1388 ouders van leerlingen in het primair- en voortgezet onderwijs.
Daarnaast geeft 35 procent aan moeite te hebben met het betalen van de vrijwillige ouderbijdrage. Sommige ouders kunnen het betalen, maar moeten daarvoor andere dingen laten, zoals vakanties en abonnementen. Maar liefst vier procent van de ouders geeft aan het helemaal niet te kunnen betalen.
Zo ook Nathalie Stokking. Zij is moeder van vier kinderen, zit in de bijstand en gaat al jaren naar de voedselbank. Om er toch voor te zorgen dat haar kinderen mee kunnen doen met de extra activiteiten, vraagt ze ieder jaar een vergoeding aan Stichting Leergeld. Nathalie doet dit, omdat ze dacht dat het verplicht was om te betalen. Zij was namelijk ook bang dat haar kinderen anders uitgesloten werden.
Ook Jeanet* is hier huiverig voor. Haar kind zit in het eerste leerjaar op het voortgezet onderwijs en er worden allerlei activiteiten georganiseerd, zoals een werkweek in Amsterdam en een taalreis. Maar die kosten lopen hoog op: maar liefst 450 euro aan vrijwillige ouderbijdrage wordt er gevraagd, naast de 20 euro per dag voor eten en drinken. “Je wilt je kind niet buitensluiten, vooral niet het eerste jaar. Je voelt je dan toch verplicht om dit te betalen.” Om de ouderbijdrage te kunnen betalen, moet ze soms dingen laten. Ze gaat niet op vakantie, heeft abonnementen opgezegd, gaat zo min mogelijk weg met de auto en ze stelt de tandarts uit.
De angst van Jeanet over het uitsluiten van haar kind is niet geheel onterecht. Ze ontvangt namelijk e-mails van de school waarin staat dat als de bijdrage niet betaald wordt, haar kind niet mee mag met de taalreizen of excursies. En dat is opmerkelijk, omdat de wet nu zegt dat kinderen helemaal niet meer uitgesloten mogen worden van extra activiteiten.
En Jeanet is niet de enige. Ouders geven in de enquête aan dat ze meerdere herinneringen ontvangen, er een actieve benadering is die als dwingend en dreigend wordt ervaren en dat er zelfs iemand van de ouderraad langs gestuurd wordt om verhaal te halen.
Ook de VO-raad, die middelbare scholen vertegenwoordigt, ziet dat verschillende scholen er verschillend mee omgaan. “Sommige scholen nemen een clausule op dat een schoolreis pas door kan gaan als bijvoorbeeld minimaal 80% van de ouderbijdrage voldaan is. Andere scholen denken aan het verzamelen van alternatieve inkomsten, bijvoorbeeld op een educatieve manier door de leerlingen,” geeft een voorlichter aan. “We horen echter ook dat veel scholen minder activiteiten, voornamelijk schoolreizen, organiseren." De volledige reactie van de VO-raad lees je hier.
Er zijn vier soorten schoolkosten: kosten voor de school, kosten voor ouders, kosten voor een laptop of tablet en de vrijwillige ouderbijdrage. De aanscherping van de wet gaat over categorie vier. Scholen kunnen een vrijwillige ouderbijdrage vragen voor extra activiteiten, zoals schoolreisjes, taalreizen, kamp en een werkweek. Als de bijdrage niet wordt betaald, dan mag het kind niet uitgesloten worden en mag er ook geen alternatief geboden worden. Kinderen moeten mee kunnen doen met alle activiteiten die de school aanbiedt buiten het verplichte lesprogramma om.
© Rijksoverheid
Onder de vrijwillige ouderbijdrage vallen alle extra activiteiten die buiten het verplichte lesprogramma wordt georganiseerd door de school (het zogeheten bevoegd gezag). Daar valt onder:
Er zijn natuurlijk nog meer kosten, zoals een schoolpas en het huren van een kluisje. De kosten van de schoolpas valt onder categorie twee en moeten ouders zelf betalen. De kosten voor het huren van een kluisje ligt net iets anders in elkaar. Als een kluisje verplicht is, dan vallen de kosten onder de vrijwillige ouderbijdrage. Is een kluisje niet verplicht? Dan kan de school een vergoeding vragen. Let wel: sommige scholen vragen om borg. Dat is wat anders dan een vrijwillige ouderbijdrage.
De kosten voor een laptop of tablet vallen onder categorie drie. De wetswijziging over de vrijwillige ouderbijdrage geldt niet specifiek voor de aanschaf van laptops en tablets, maar er geldt wel hetzelfde uitgangspunt. Scholen mogen ouders vragen een dergelijk apparaat aan te schaffen, maar als ouders dit niet doen, moet de school zorgen voor een volwaardig alternatief. Worden schoolboeken volledig of grotendeels vervangen door digitaal lesmateriaal, waardoor het bezit van een laptop of tablet noodzakelijk is? Scholen mogen ouders nog steeds niet verplichten iets aan te schaffen, maar ze mogen het wel vragen.
De Onderwijsinspectie laat aan Kassa weten de signalen te herkennen en vindt het zorgelijk dat de vrijwilligheid van de ouderbijdrage voor ouders onduidelijk is. Sinds de wetswijziging heeft de Onderwijsinspectie 28 meldingen ontvangen. De meldingen gaan over de onduidelijke communicatie en de vrijwilligheid van de ouderbijdrage en over bijdragen die ten onrechte verplicht worden gesteld door de school. De volledige reactie van de Onderwijsinspectie lees je hier.
Minister Slob laat weten ook te gaan handhaven als scholen niet of niet duidelijk communiceren dat het om een vrijwillige bijdrage gaat.
Stichting Leergeld geeft aan ook signalen te ontvangen over de toenemende mate in ongelijkheid. De stichting geeft aan dat ze de gevolgen van de wet hebben aangestipt, namelijk de vermindering van het aanbod van activiteiten. Voordat de wet ingevoerd werd, vergoedde Stichting Leergeld bijdragen van ouders die daarvoor in aanmerking komen. Dit doet de stichting niet meer omdat de wet nu duidelijk is: de verantwoordelijkheden voor de activiteiten en de kosten daarvan ligt volledig bij de scholen. De volledige reactie van Stichting Leergeld lees je hier.
*Vanwege de privacy is dit een gefingeerde naam.
Meld je snel en gratis aan voor de Kassa nieuwsbrief!