Volgens het Openbaar Ministerie Noord-Nederland is er geen bewijs dat bewoners in Noord-Groningen door de gaswinning daar gevaar voor hun leven te vrezen hadden. Het OM stelt dat er geen bewijs is van opzettelijk strafrechtelijk verwijtbaar handelen. Daarom moet de strafrechtelijke vervolging van de NAM worden gestaakt.
In 2018 vroegen de Groninger Bodem Beweging en indivuele klagers het gerechtshof in Arnhem om het OM op te dragen de NAM te vervolgen. Het hof stelde dat er aanwijzingen waren dat de NAM zich mogelijk schuldig maakte aan overtreding van de wet. Er zou door het winnen van gas opzettelijke schade aan woningen plaatsvinden, waardoor er levensgevaar is voor bewoners. Hiervoor is volgens het OM geen bewijs te vinden.
"We willen benadrukken dat met deze beoordeling niets wordt afgedaan aan het concrete leed dat klagers en andere gedupeerden tot op de dag van vandaag ondervinden van de aardbevingen als gevolg van de gaswinning. En de daarmee gepaard gaande gevoelens van onveiligheid", stelt het OM. Het OM realiseert zich dat enkele gedupeerden teleurgesteld zullen zijn in deze uitkomst.
De zaak is nu, zoals dat heet, "onder de rechter". Het is nu aan het hof om te beslissen of het OM de vervolging kan staken of niet. ANP
Meld je snel en gratis aan voor de Kassa nieuwsbrief!