Woning hebben in de eerste drie maanden van 2021 de sterkste prijsstijging in 20 jaar doorgemaakt. De oorzaak is volgens de Nederlandse Vereniging van Makelaars (NVM) het historisch lage aanbod van woningen.
De gemiddelde verkoopprijs van een huis steeg in het eerste kwartaal op jaarbasis met 15 procent. De woningmarkt in Nederland is "ongekend krap" waarbij er steeds minder woningen beschikbaar zijn, aldus de NVM. Het aanbod van woningen is in het eerste kwartaal met 42 procent gedaald vergeleken met een jaar eerder tot ongeveer 17.500. Daarmee is sprake van het laagste aanbod sinds het begin van de metingen in 1995, zegt de NVM.
Gemiddeld wisselde een bestaande woning voor 385.000 euro van eigenaar. De prijs van een nieuwbouwwoning lag in doorsnee op 433.000 euro.
Regionale verschillen
De regionale verschillen zijn groot, constateert de NVM. Zo zijn met name in Noord-Nederland de huizenprijzen flink gestegen. In de gemeente Opsterland in Friesland en de regio Zuidwest Drenthe gaat het gemiddeld om plussen van meer dan 20 procent, wat volgens de NVM de stijgende belangstelling voor landelijk wonen weergeeft. De prijsstijging in Amsterdam bleef met 7 procent wat achter. De hoofdstad kent de laagste prijsstijging van Nederland.
'Taak voor nieuwe kabinet'
NVM-voorzitter Onno Hoes noemt het ongekend wat er op de huizenmarkt gebeurt, wijzend op de lage rente, het enorme woningtekort en de stabiele sociaal-economische vooruitzichten. Hij ziet een belangrijke taak weggelegd voor het volgende kabinet om de woningnood aan te pakken. Dan gaat het volgens hem niet alleen om het bouwen van meer woningen, maar ook om het versnellen van het bouwtraject. Verder wijst Hoes op het tekort aan vakmensen dat de capaciteit van de bouwsector beperkt. ANP