Fysieke en online winkels produceren steeds meer kleren die consumenten vervolgens steeds korter gebruiken, omdat de producten van lage kwaliteit zijn of de volgende trend zich alweer aandient. Dit wordt fast fashion genoemd, en het is behoorlijk lastig om daar niet aan mee te doen. In Europa wordt nu strengere regelgeving voorbereid om deze wegwerpcultuur een halt toe te roepen. Hoe gaat dit jouw (online) shopgedrag beïnvloeden?
Chinese webshop Shein is een voorbeeld van zo’n fast fashion-bedrijf, dat zich vooral richt op trendgevoelige jongeren. Er verschijnen soms wekelijks nieuwe collecties, die worden ingegeven door populaire zoektermen van consumenten in Google. Daarnaast gebruikt het bedrijf een marketingstrategie waarbij (micro)influencers via sociale mediakanalen als TikTok en Youtube in zogeheten shoplogs laten zien wat ze geshopt hebben en hoe het staat, en het zich door het gebruik van hashtags en kortingscodes verspreid.
Waar andere fast fashion-ketens al een versnelling betekenden in het aantal nieuwe kleren dat werd geproduceerd, om consumenten vaker te laten kopen, is Shein een voorbeeld van een webwinkel die hier nog meer vaart achter zet. En dat is misschien een verleidelijke, maar onwenselijke ontwikkeling vinden deskundigen.
Mode redacteur Cécile Narinx schreef voor de Volkskrant een artikel over Shein. Narinx: “De marketing van Shein zit vooral op Instagram en TikTok, online kanalen. Als je daar niet zit kun je heel goed totaal ontgaan zijn dat Shein bestaat”. De prijzen die dit soort fast-fast fashion winkels hanteren geven volgens Narinx een compleet vertekend beeld over wat kleding daadwerkelijk kost of zou moeten kosten: “Ik vind het als modejournalist ook heel kwalijk dat zeven euro voor een broek, of een tientje voor een jurk, of twintig euro voor mijn part voor een pak, dat dat normaal is. Dat is niet normaal”. Door middel van marketing wordt slim ingespeeld op koopgrage jongeren, en kunnen gewilde kledingstukken binnen een paar dagen geproduceerd worden waar andere modeketens daar weken of maanden over doen.
En wat is het gevolg daarvan? Willa Stoutenbeek is expert op het gebied van duurzame mode en legt uit dat bij de lage prijzen die je bij winkels als Shein tegenkomt, het bijna niet anders kan dan dat ergens in de keten iemand daar de dupe van is: “Als je weet hoeveel arbeid erin zit om zoiets te maken, dat kan niet voor zo weinig geld. Dan zijn er kosten die je niet ziet. En ik ben bang dat de zwakste schakel in die hele keten de klappen moet vangen, en dat zijn de mensen die het maken”. Dit soort wegwerpmode zorgt naast mogelijke slechte arbeidsomstandigheden voor mensen die fast fashion kleren moeten maken ook voor problemen voor de aarde omdat er een kledingoverschot is ontstaan, wat zich vertaalt in enorme afvalbergen kleren die worden gedumpt in Zuid-Amerikaanse of Afrikaanse landen. Met als gevolg dat natuurgebieden vervuilen of er bij verbranding chemische gassen vrijkomen. Stoutenbeek kan desondanks wel begrijpen dat jongeren hier toch voor vallen, omdat je als je jong bent vaak vooral gericht bent op waar je op dat moment blij van wordt of “waar je de meeste likes mee krijgt.”
De verantwoordelijkheid zou volgens haar dus ook niet bij de consument gelegd moeten worden om hier niet aan mee te doen, maar bij overheden die gezamenlijk strengere regels in moeten stellen om de wegwerpkleding cultuur zoals die nu bestaat, tegen te gaan.
En strengere Europese regelgeving is in de maak. Eurocommissaris Frans Timmermans kondigt een nieuw plan aan om op Europees niveau wegwerpkleding uit te bannen. Een belangrijk onderdeel daarvan is het toekomstige ‘digitale productpaspoort’. Dat moet consumenten vooraf eerlijke informatie geven over producten die ze willen kopen, waaronder kleding.
Daarnaast worden er eisen gesteld waar kleding die op de Europese markt komt, via fysieke of online winkels, aan moet gaan voldoen op het gebied van herbruikbaarheid, duurzaamheid en chemische stoffen.
De concrete invulling van die plannen moet nog plaatsvinden, maar Timmermans heeft er vertrouwen in dat het plan doorgang zal vinden bij de Europese lidstaten. Dit betekent dat in de toekomst wegwerpmode die niet aan de nieuwe Europese eisen voldoet, niet meer in Europa verkocht en gekocht kan worden. Amber sprak in Den Haag met Frans Timmermans over dit nieuwe Europese actieplan om onder anderen fast fashion een halt toe te roepen.
Wat kun je nou zelf voor die tijd doen om het kledingoverschot tegen te gaan?
Zo min mogelijk nieuwe kleding kopen natuurlijk, en langer dragen wat je al hebt. Ook helpt repareren als iets stuk is in plaats van weggooien. En als je toch iets nieuws wilt kopen? Koop dan tweedehands. Of ruil een keer iets met een vriend of vriendin.
En gooi je oude kleren niet weg maar geef ze door, bijvoorbeeld aan een goed doel. Wyger Wentholt van de organisatie Schone Kleren Camagne legt daarnaast uit dat het voor consumenten nuttig kan zijn om je te verdiepen in welke keurmerken nou zinnig zijn op het gebied van duurzaamheid. Zo benoemt hij het GOTS keurmerk voor eerlijk katoen, maar als je je ervan bewust bent hoeveel water er nodig is om kleding van katoen te produceren, zou je er bijvoorbeeld ook goed aan doen om in plaats van katoen naar andere vervangende materialen te zoeken.
Daarnaast benadrukt Wentholt dat kledingmerken in de informatie op een website bijvoorbeeld weleens benadrukken dat ze een ‘eerlijk loon’ betalen aan de arbeiders die de kleren maken in fabrieken, maar is dit iets anders dan een ‘leefbaar loon’. Voor dat laatste zijn namelijk specifieke definities opgesteld op basis van berekeningen, en als een merk het niet heeft over een leefbaar loon maar dit op een andere manier benoemt, kan het dus zijn dat er een niet-gedefinieerde variant wordt aangehouden.
Verder pleit de organisatie voor transparantie in de kledingindustrie, waarbij consumenten op een makkelijke manier eerlijke informatie zouden moeten kunnen zien over de fabriek waar een kledingstuk gemaakt is en de keten die het heeft doorlopen.
Meld je snel en gratis aan voor de Kassa nieuwsbrief!