Nibud vindt huidige leencultuur doorgeslagen

Nederlanders zijn veel meer gaan lenen. Bijna een op de tien huishoudens leende in 2011 geld bij familie of vrienden, terwijl in 2009 nog maar 5 procent dat deed. Dat blijkt vrijdag uit het onderzoek 'Geldzaken in de praktijk' van het Nibud (Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting).

In 2011 hadden ruim 3,7 miljoen huishoudens een lening, waarbij de hypotheek niet wordt meegeteld. Jongeren en mensen met kinderen lenen het vaakst, bij bank (23 procent) of vrienden en familie (9 procent). Volgens het Nibud leenden in 2009 minder mensen geld en waren er toen ook minder mensen met een schuld op hun creditcard. Verder blijkt een op de vijf huishoudens elke maand rood te staan. Van die groep heeft 73 procent een lening en 70 procent van hen ziet bijvoorbeeld dat automatische incasso's worden geweigerd.

Grotere bedragen
In 2009 leende ruim 40 procent meer dan 2000 euro, in 2011 deed meer dan 50 procent dat. Bij het Nibud vinden ze die stijging verontrustend. Te veel huishoudens zouden gebukt gaan onder een lening en een op de vijf huishoudens geeft aan dat er geleend gaat worden als er niet genoeg geld is voor een bepaalde aankoop. De leencultuur is doorgeslagen, constateren ze daarom bij het Nibud.

Het instituut gaat met onder meer overheid, banken en consumentenorganisaties bezien hoe de huidige leencultuur kan worden doorbroken. Een landelijke campagne zou kunnen helpen consumenten bewuster te maken van de gevolgen die een lening heeft op lange termijn, denkt het Nibud.

ANP