Het jaar 2022 was een rampjaar voor patiënten en apothekers. Nog nooit waren er zoveel medicijnen niet te verkrijgen. In 2022 waren maar liefst 1.514 soorten medicijnen voor langere tijd niet te krijgen. Gemiddeld duurde het tekort 91 dagen. En tien procent van de medicijnen verdween helemaal van de markt.
Dat maakte Aris Prins, voorzitter van de apothekersvereniging KNMP, zojuist bekend in Kassa.
Dé oplossing voor het tekort is het aanleggen van grote voorraden medicijnen voor een periode van tweeënhalve maand, de zogenaamde 'ijzeren voorraad'. Maar omdat 2023 een overgangsjaar is, zal het effect pas in 2024 zichtbaar zijn.
Een echte oplossing voor het medicijntekort is er daarom niet, zegt minister Ernst Kuipers van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS). "Wat ze (de patiënten, red.) ter harte mogen nemen is dat ik er op allerlei manieren mee bezig ben, maar dat ik helaas ook de boodschap heb dat het morgen niet over is."
Dat is geen hoopgevende boodschap, zeker niet omdat de gevolgen van het tekort dramatisch zijn, in eerste plaats voor de patiënten. In 99% van de gevallen krijgen zij vervangende medicijnen. Maar soms zijn die er simpelweg niet. En dat heeft voor sommige patiënten ingrijpende gevolgen.
In de uitzending kwam Enny Smit aan het woord. Zij lijdt aan een zware vorm van hartkramp, prinzmetal angina pectoris. Zij is afhankelijk van één medicijn, Nitroglycerinum.
Voor dat medicijn is voor Enny geen vervanging beschikbaar, want alternatieve medicatie roept hevige allergische reacties bij haar op. Ze is nu bezig met haar laatste doosje, want het medicijn is uit de handel genomen. Wat nu?
Alternatieve medicatie is ook niet zonder risico. Vooral bij ouderen leidt het regelmatig tot ziekenhuisopnames, meestal als gevolg van verkeerd gebruik van medicijnen, te hoge of te lage doseringen of bijwerkingen. Los van het persoonlijke leed, kost dit veel geld.
En op geld voor de zorgkosten willen we in Nederland juist besparen. Dat gebeurt met het zogenaamde preferentiebeleid. Zorgverzekeraars bepalen elke twee jaar welke generieke medicatie vergoed wordt. De leverancier die de laagste prijs biedt, krijgt het leveringscontract. En alleen hun medicijn wordt vergoed.
Het heeft tot besparingen van honderden miljoenen tot een miljard per jaar geleid. Dat is mooi.
Maar het beleid heeft ook een keerzijde, zegt gezondheidseconoom Xander Koolman. Want zodra er schaarste ontstaat op de wereldmarkt, staat Nederland achteraan in de rij. Wij betalen immers een lage prijs en vissen zodoende regelmatig naast het net. Met als gevolg tekorten.
De tekorten ontstaan meestal omdat er iets mis is gegaan met de productie van de medicijnen in China en India. Daar komen de meeste generieke medicijnen vandaan.
De afhankelijkheid van slechts twee landen maakt ons kwetsbaar, want er hoeft maar iets te gebeuren, en de bevoorrading stokt. Dat gebeurde bijvoorbeeld in 2019 toen er een grote partij paracetamol vervuild raakte en niet geleverd mocht worden.
Die voorraad vormde 20% van alle paracetamol ter wereld. Het gevolg was een mondiale schaarste. Naast vervuiling zorgen ook lockdowns of vervoersproblemen voor problemen.
Problemen met levering zijn bijna niet meer op te vangen, want in Nederland hebben we sinds de recente sluiting van InnoGenerics in Leiden geen grote medicijnfabriek meer. En moeten we bij tekorten op de wereldmarkt gaan kopen.
En daar staan we dus achteraan in de rij.
"Beter", zo stelt Xander Koolman, "zou een systeem zijn met een leveringsplicht inclusief hoge boetes. Dan zorgt een medicijnleverancier wel dat er voorraad is."
In Nederland bestaat wel zoiets, maar werkt het nauwelijks, althans niet als stimulans om tekorten te voorkomen. In de afgelopen jaren zijn er zes boetes uitgedeeld, variërend van € 5.000,- tot € 100.000,-.
Blijkbaar heeft dat, gezien de recordtekorten van 2022, weinig indruk gemaakt op de medicijnleveranciers...
Meld je snel en gratis aan voor de Kassa nieuwsbrief!