Je denkt dat je alles goed geregeld hebt, totdat je partner met wie je al twintig jaar samen bent plotseling overlijdt en je geen aanspraak kan maken op het pensioen van je partner. Hoe zit dat?
Als je bent getrouwd en komt te overlijden, krijgt je partner (meestal) nabestaandenpensioen. Voor mensen die samenwonen is dat niet automatisch geregeld. Je moet beschikken over een samenlevingscontract en aangeven bij het pensioenfonds dat je een partner hebt. Doe je dit niet dan kan het zomaar zijn dat je niets krijgt. Ook niet als je kan bewijzen dat je al twintig jaar samen bent.
Wat kun je nu het beste doen om zeker te zijn dat alles goed geregeld is als je partner overlijdt en je ook recht hebt op nabestaandenpensioen?
Samenwonen of trouwen?
Als je gaat samenwonen zonder contract, is er wettelijk ook niets geregeld. Huis, bezittingen en schulden zijn het eigendom van degene die de goederen op naam heeft staan. Wat je vervolgens samen koopt en de schulden die je samen aangaat, is van jullie samen. Je kunt in principe geen aanspraak maken op partnerpensioen.
Als je een samenlevingscontract bij de notaris afsluit, dan kun je in dat contract samen allerlei afspraken vastleggen. Dat kunnen afspraken zijn over de verdeling van kosten, bezittingen en schulden. Dit voldoet meestal aan de voorwaarden om nabestaandenpensioen te kunnen krijgen. Je moet je partner wel melden bij het pensioenfonds.
Je kunt ook bij de gemeente trouwen of een geregistreerd partnerschap vastleggen. De gevolgen zijn hetzelfde. Volgens de wet krijg je vanaf dat moment recht op de op te bouwen pensioenen en zal je ook van elkaar erven. Hiervoor moet je wel eerst naar de ambtenaar van de burgerlijke stand om elkaar het ja-woord te geven. Als je voorwaarden wilt maken, dan moet dit bij de notaris, het liefst voordat het huwelijk of partnerschap wordt gesloten.
Of je kiest voor trouwen of geregistreerd partnerschap onder huwelijkse voorwaarden. Je legt in dat document uitgebreid vast waarin je wilt afwijken van de wet. Je bepaalt dan samen met je partner welke bezittingen en schulden je gemeenschappelijk maakt en of je je pensioenopbouw wilt delen.
Als je bent getrouwd of bij de notaris een samenlevingscontract hebt afgesloten, heb je dus in principe recht op het nabestaandenpensioen maar dat is wel afhankelijk van de regels van het pensioenfonds! Het kan bijv. uitmaken voor het nabestaandenpensioen of je nog pensioen opbouwt op het moment van overlijden.
Ook wanneer je pas na pensionering elkaars partner wordt, zal er vaak geen recht bestaan op nabestaandenpensioen. En bij het ingaan van het pensioen kunnen afwijkende afspraken gemaakt worden.
Het grootste pensioenfonds van Nederland, het ABP, zegt in een reactie: “In de wetgeving is geregeld dat deelnemers die samenwonen niet dezelfde regeling voor het nabestaandenpensioen hoeven te krijgen als deelnemers die gehuwd zijn of een geregistreerd partnerschap hebben. Als samenwonenden wel recht hebben op een nabestaandenpensioen, mag de pensioenregeling daar bovendien voorwaarden aan stellen, zoals bijvoorbeeld een samenlevingscontract of wonen op hetzelfde adres”.
Jasper Nobel, kandidaat notaris: “Wat wij zien is dat de helft van de mensen die samenwonen geen samenlevingsovereenkomst en ook geen testament heeft. Deze mevrouw is een schrijnend voorbeeld van wat er gebeurt als je niets regelt. In alle gevallen kun je in een testament vastleggen wie je erfenis verkrijgt, maar in een testament kun je de pensioenrechten niet regelen. Dat geldt alleen voor pensioen dat je zelf rechtstreeks hebt opgebouwd via een speciale regeling, het zogenaamde banksparen”.
Elk pensioenfonds zijn eigen regels
In oktober van 2019 overleed de partner van Miranda Moes plotseling. Ze dachten dat ze alles goed geregeld hadden. Ze hadden een koophuis dat op hun beide namen stond, een overlijdensrisicoverzekering, een gezamenlijke belastingaangifte en twee kinderen. Dat moest toch genoeg bewijs zijn voor langdurig samenleven. Miranda stuurde al haar papieren op naar de twee pensioenfondsen van haar partner en vroeg het nabestaandenpensioen aan. In meerdere mails en telefoontjes vertelde het ABP haar dat ze geen recht had op het nabestaandenpensioen, omdat ze geen samenlevingscontract hadden. Haar kinderen zouden wel recht hebben op een wezenpensioen.
Bij de vorige werkgever (Horeca & Catering) zou het pensioen wel uitgekeerd worden op voorwaarde dat Miranda kon aantonen dat ze langdurig (minimaal 3 jaar) met elkaar verbonden zouden zijn middels inschrijving, hypotheek en kinderen. Zij zeggen hierover: “In de Pensioenwet wordt bij de definitie van ‘partner’ aangegeven dat daaronder de echtgenoot, geregistreerde partner of partner wordt verstaan in de zin van de pensioenovereenkomst. Sociale partners van bedrijfstakken bepalen de inhoud van de verschillende pensioenregelingen en de wetgever geeft hen derhalve ruimte om het partnerbegrip in een pensioenregeling nader in te vullen.”
Kassa ging op onderzoek uit en opeens bleek dat Miranda wél in aanmerking kwam voor het nabestaandenpensioen. ABP: ”Helaas heeft ABP dit verzoek in eerste instantie verkeerd beoordeeld en laten weten dat deze bewijsstukken onvoldoende zijn en een samenlevingsovereenkomst nodig is voor het recht op nabestaandenpensioen. In deze mail heeft ABP ook toegezegd dat het recht op nabestaandenpensioen voor de kinderen beoordeeld zal worden en dat zij over maximaal tien weken bericht hierover krijgen. Het verzoek voor de beoordeling van het wezenpensioen is in behandeling genomen. Bij deze beoordeling hebben we onderkend dat ook mevrouw Moes recht heeft op nabestaandenpensioen op grond van het beleid van ABP.
Hieronder lees je de volledige reacties van het ABP en het Pensioenfonds Horeca & Catering.
Heeft jouw overleden partner ook een pensioen opgebouwd? Had je geen samenlevingscontract, maar woonde je wél langdurig samen? En heb je daarover contact gehad met het pensioenfonds en denk je dat je toch recht hebt op het nabestaandenpensioen? Mail ons jouw verhaal via het e-mailadres kassa@bnnvara.nl onder vermelding van 'nabestaandenpensioen'.
Kassa besteedde eerder aandacht aan erfrecht. Hieronder lees je het interview met Jasper Nobel.