De Museumkaart wordt duurder. Wie er na 30 september voor het eerst een koopt, gaat 64,90 euro betalen, 5 euro meer dan nu. Wie zijn kaart alleen maar hoeft te verlengen, is straks 59,95 kwijt, ook vijf euro extra.
In 2017 brachten meer dan 1,3 miljoen Museumkaarthouders samen 8,7 miljoen museumbezoeken. Doordat ongeveer 90 procent van de verkoopprijs van de kaart naar de musea gaat, heeft het document de musea in 2017 ruim 62 miljoen opgeleverd.
'Verhoging is nodig'
Volgens de organisatie achter de Museumkaart is de prijsverhoging toch nodig, om het systeem op de lange duur te handhaven. Musea krijgen op basis van hun toegangsprijs een vergoeding voor ieder bezoek met de Museumkaart. De toegangsprijzen van musea stijgen, onder meer door afgenomen subsidies.
De kaart voor de jeugd tot en met 18 jaar blijft in prijs gelijk (32,45 euro). De museumprijzen voor deze groep zijn vaak al laag en over het algemeen nogal verschillend. Soms mogen jongeren ook gewoon voor niets. Verder wil de organisatie graag hele gezinnen binnenhalen, aldus een zegsman. ANP