Minder geweld in openbaar vervoer grote steden

Er is vorig jaar minder geweld gebruikt in het openbaar vervoer in de drie grote steden ten opzichte van 2012. Dat lieten de vervoersbedrijven RET, GVB en HTM donderdag weten.

De vervoerders hanteren niet dezelfde criteria bij de registratie van geweld en agressie, dus een getalsmatige vergelijking loopt spaak. Een procentuele daling is echter bij elke vervoerder te zien.

De daling komt vooral door een forsere en scherpere manier van controleren en handhaven, zeggen de vervoersbedrijven. ,,De cijfers laten zien dat alle aandacht, tijd en geld die in veiligheid wordt gestoken effect heeft'', aldus de RET. De Rotterdamse vervoerder stak vooral tijd in het trainen van medewerkers, zodat situaties niet uit de hand lopen. Een woordvoerster van HTM wil niet veel kwijt over de manier van werken van de controleurs en ander personeel.

'Elk incident melden'
De daling in Amsterdam is overigens kleiner, maar dat komt doordat vervoerder GVB via een campagne zijn medewerkers opriep juist elk incident te melden. ,,Als een bestuurder bijvoorbeeld bespuugd is, wordt dat tegenwoordig gemeld om DNA af te kunnen nemen. We willen zoveel mogelijk boven water krijgen'', aldus een woordvoerder.

Reizigersorganisatie Rover herkent de daling en is daar blij mee. ,,Het veiligheidsgevoel onder reizigers neemt toe'', liet een woordvoerder weten. Het extra toezicht en camera's hebben een afschrikwekkende werking, vermoedt hij.

Volgens de GVB-woordvoerder hangen agressie en geweld vaak samen met zwartrijden. ,,Een discussie met een zwartrijder kan escaleren.'' In Amsterdam steeg het percentage zwartrijders vorig jaar licht, door ,,een rommelige situatie in de metro'' waar werkzaamheden plaatsvonden. Anderzijds daalde het percentage zwartrijders sinds 2009 enorm.

Ook in Rotterdam en Den Haag daalde het percentage zwartrijders de afgelopen jaren behoorlijk, vooral door de OV-chipkaart. In Rotterdam kom je zonder in te checken de metro niet binnen. Bovendien scheelt het de controleurs tijd dat zij sinds 2011 niet én strippenkaarten én chipkaarten hoeven te controleren. ANP