Schoolleiders in het primair onderwijs zijn positief over het Nationaal Onderwijs Programma (NPO), dat door de overheid in het leven is geroepen voor het wegwerken van de onderwijsachterstanden. Dat meldt DUO Onderwijsonderzoek & Advies op basis van onderzoek onder 426 schoolleiders in het basisonderwijs. Wel wordt er gevreesd dat het NPO een 'eenmalige investering' is en dat het niet leidt tot een structurele investering in het primair onderwijs.
Het merendeel van de schoolleiders vindt dat ze in relatief korte tijd goede keuzes hebben kunnen maken voor welke interventies uit het NPO zij kiezen om de achterstanden van leerlingen weg te werken. Ruim een derde van de schoolleiders geeft aan dat zij, onder de tijdsdruk die wordt ervaren, keuzes gaan maken voor interventies die achteraf gezien mogelijk niet de juiste blijken te zijn of zelfs willekeurig zijn.
Begin 2021 kondigde het kabinet aan 8,5 miljard gedurende 2,5 jaar tijd te investeren in het onderwijs om de achterstanden weg te werken. Hiermee konden scholen onder andere het schooljaar verlengen, de lesdagen langer maken, extra onderwijs aanbieden voor kinderen uit kansarme gezinnen en zelfs privé-leraren inzetten.
68 procent van de schoolleiders is positief over het NPO. De groep die uitgesproken negatief is over het onderwijsprogramma is relatief klein (6 procent). De terughoudendheid van deze schoolleiders zit hem met name op drie punten: het niet structureel/duurzaam zijn van de investeringen in het primair onderwijs, de tijds- en werkdruk die het NPO met zich meebrengt voor de school (er moet ‘snel en veel gebeuren’) en de bureaucratie (veel administratie en regels) rondom de regeling. ANP
Meld je snel en gratis aan voor de Kassa nieuwsbrief!