Meer Nederlanders zijn gaan twijfelen over de zogenoemde sleepwet. Zowel het aantal voorstanders als het aantal tegenstanders is gedaald. De groep die het niet weet, is volgens onderzoeksbureau I&O juist flink gegroeid.
Referendum op 21 maart
Het referendum over de sleepwet is op 21 maart, tegelijk met de gemeenteraadsverkiezingen. Als het referendum nu werd gehouden, zou 42 procent voor de nieuwe Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten (Wiv) stemmen en 28 procent tegen. De resterende 30 procent weet het nog niet. Bij de vorige peiling, in oktober, was 51,5 procent voor, 31,9 procent tegen en was 16,6 procent er nog niet uit. Als de twijfelaars niet worden meegerekend, is de verhouding tussen voor- en tegenstanders vrijwel gelijk gebleven: zo'n 60 procent voor en 40 procent tegen.
Dat de groep twijfelaars groeide, kan volgens I&O komen doordat er de laatste weken wat minder aandacht voor de sleepwet is geweest. ,,Het is naar de achtergrond gedrukt'', aldus onderzoeker Laurens Klein Kranenburg.
De nieuwe wet geeft de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD) en de Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (MIVD) ruimere toegang tot telefoon- en internetgegevens van burgers. Hij is al goedgekeurd door de Tweede Kamer en de Eerste Kamer.
Jongeren vaker voor, ouderen tegen
Uit de peiling blijkt dat jongeren over het algemeen tegen de nieuwe wet zijn en dat 50-plussers voor zijn. De groep ertussenin is verdeeld.
I&O keek ook naar de verhoudingen voor de Tweede Kamer. Als daar nu verkiezingen voor zouden zijn, werd de VVD weer de grootste partij met 29 zetels. Daarachter strijden D66 (achttien zetels), PVV en GroenLinks (beide zestien) en het CDA (veertien) om de tweede plaats. Forum voor Democratie zou stijgen naar dertien zetels. De SP staat op twaalf virtuele zetels, de PvdA op tien.
De enquête is begin februari gehouden onder 3576 Nederlanders. ANP/I&O