Close-up van parende naaktslakken
© Miekemuis (via Wikimedia Commons)
Veel hobbytuinders klagen deze lente steen en been over de vele naaktslakken in de tuin. Door de milde winter en het zeer natte voorjaar zijn de omstandigheden voor de naaktslak optimaal. Daardoor verschijnen ze in groten getale in menig (moes)tuin en drijven ze veel mensen tot wanhoop. Wat kun je daartegen beginnen?
Het zal voor velen een bekend gezicht zijn deze dagen. Bladeren vol met gaten, slijmsporen op het terras en de tuintegels en planten met vraatschade. Naaktslakken doen zich in menig tuin tegoed aan verschillende soorten planten en (eetbare) gewassen. De meeste schade wordt aangericht door naaktslakken: huisjesslakken eten bijvoorbeeld voornamelijk dode planten.
Dit jaar is de overlast bovendien groter dan gebruikelijk. Dat heeft onder meer te maken met de milde winter, het uitzonderlijk natte voorjaar en een algehele afname aan biodiversiteit in de grond en in de tuin. In de bodem zijn minder schimmels, bacteriën, mijten en aaltjes die de eitjes van de slak opeten, en in tuinen zitten minder egels, padden en eenden. Allemaal natuurlijke vijanden van de slak.
Ook planten slakken zich razendsnel voort. Een slak kan zo honderden eitjes leggen. Dat doen ze vroeg in het voorjaar en al die eitjes komen nu uit. Daarom zijn ze nu massaal aanwezig in menig tuin, en drijven ze veel (hobby)tuinders tot wanhoop.
Kun je daar iets aan doen? Wat werkt wel? En wat kun je beter niet doen?
Er zijn een aantal stappen die je kunt nemen om de overlast te beperken. Niet alle tips bieden honderd procent garantie, maar het zal ongetwijfeld wat schelen.
Slakken lusten niet alles. Het kan dan ook helpen om planten in de tuin te nemen waarvan je weet dat slakken er met een boog omheen zullen gaan.
Milieu Centraal noemt diverse voorbeelden: wilde akelei, beemdooievaarsbek, bleeksporig bosviooltje, bosanemoon, duizendblad, longkruid, inheemse varens, klimop en kruiden zoals tijm en bieslook.
Vogels, spitsmuizen en egels eten slakken. Dat geldt ook voor padden en kikkers. Je kunt vogels, egels en spitsmuizen een schuilplaats bieden in de tuin: ze zitten namelijk graag onder struiken en takken. Veel groen is een aanrader, want dit maakt de tuin ook aantrekkelijk voor insecten die zich tegoed doen aan de eitjes van de slak.
Een tuinvijver aanleggen helpt om padden en kikkers aan te trekken, maar niet elke tuin is daarvoor geschikt. Het aanleggen van een vijver is bovendien best duur en het is wellicht dan ook weinig zinvol om dit puur en alleen te doen om slakken te weren. Dit is dan ook meer iets om te overwegen als je de tuin toch grondig wilt aanpakken en opknappen.
In grote delen van Nederland is momenteel geen sprake van een watertekort, en dat heeft te maken met de grote hoeveelheid neerslag die de laatste tijd is gevallen. Het is immers een uitzonderlijk nat voorjaar.
In veel delen van het land is van sproeien momenteel dan ook geen sprake: de bodem is vaak al verzadigd van de vele regen en sproeien is simpelweg niet nodig. Maar in perioden van droogte is het slim om de tuin 's morgens te besproeien. Het vocht verdampt in de loop van de dag en is (grotendeels) verdwenen als de slakken 's avonds tevoorschijn komen. Slakken houden van vocht, dus die zullen eerder op zoek gaan naar een plek waar het wél vochtig is.
Je kunt het de naaktslak wat moeilijker maken door barrières aan te leggen rondom kwetsbare planten of planten waarvan je weet dat slakken ze graag eten. Kippengaas en plastic flessen worden regelmatig getipt als materialen waarmee je (delen van) de moestuin kunt afschermen.
Het gaas plaats je rond de stam en vouw je tot ca. 25 centimeter hoogte. Zo kunnen slakken er niet langs of doorheen. Van een plastic fles kun je de boven- en onderkanten verwijderen en de overgebleven huls plaats je over heen. Deze steek je zo'n 5 centimeter de grond in en de bovenste rand vouw je naar buiten.
Slakken houden niet van scherpe ondergrond. Wat je dus kunt overwegen, is om gebroken schelpen, kiezels of grof zand rond je kwetsbare planten te strooien. Dat doe je het beste door dode bladeren en onkruid rond de planten weg te halen en daarna een kring van deze materialen rond de plant te maken. Dit kan overigens ook met lavasteentjes.
Cacaodoppen werken ook best goed: de slakken houden niet van de scherpe randen en zullen deze proberen te vermijden. Ze zijn wel vrij prijzig én ze verteren bovendien, dus je moet elk jaar een nieuwe voorraad kopen en uitstrooien. Voor de héle tuin is dit vaak geen praktische oplossing. Mensen met katten, honden en ook paarden moeten bovendien opletten: cacaodoppen bevatten de stof theobromine en zijn zeer schadelijk voor deze dieren.
Een andere tip die je vaak leest, is een bierval. Maar dit werkt slecht in beperkte mate, en dan bovendien in vrij compacte tuintjes. Als je een grote tuin hebt, is een bierval niet efficiënt, omdat je er dan meerdere van moet maken. Ook komen slakken soms alleen een klein slokje halen en kruipen ze vervolgens doodgemoedereerd verder naar de planten waar het je nou om te doen was. Overigens komen ze niet eens echt af op het bier zelf, maar op het gist in het bier.
Als je een kachel of open haard hebt, kun je de houtas daaruit gebruiken om ze over de bladeren van kwetsbare planten te strooien. In dit as zit fosfor, daardoor worden bladeren harder en dus minder aantrekkelijk voor de naaktslak. Uiteraard is het niet aan te bevelen om dit op eetbare gewassen te strooien, het is voornamelijk geschikt voor sierplanten. En als het geregend heeft, moet je opnieuw beginnen. De tip is dus enigszin s bewerkelijk.
Vochtige hoopjes bladeren zijn voor slakken een geschikte schuilplaats. Je doet er dan ook goed aan om dit materiaal zo min mogelijk te laten liggen en het gewoon op te ruimen. Nat tuinafval en hoopjes vochtige bladeren kun je het beste deponeren in de GFT-bak.
Door te schoffelen, wordt de bovenste grondlaag droger. Dit is gezien de huidige – natte! – weersomstandigheden een enigszins bewerkelijke tip, maar over het algemeen houden slakken niet van droogte en is de kans groter dat ze wegblijven.
Een ander voordeel is dat slakkeneitjes door het schoffelen naar de bovenste laag worden gebracht en ze zo eerder uitdrogen.
Dat slakken niet tegen zout kunnen, weten de meeste mensen wel. De slak wordt langzaam weggevreten door het zout tot er slechts een slijmlaagje overblijft, maar dit is een dieronvriendelijke oplossing.
Zout komt bovendien ook in de bodem terecht en is dan op andere manieren schadelijk. Verzilting van het water is één mogelijk gevolg en planten houden ook niet van zout.
Je leest her en der weleens de tip om koffiegruis te gebruiken, maar dit werkt nauwelijks tegen slakken. Wel zitten er waardevolle voedingsstoffen in, zoals fosfor, kalium en magnesium. Daar hebben sommige planten profijt van.
Cafeïne schijnt daarentegen wél te helpen tegen slakken. Je kunt restanten koude koffie over door slakken geliefde planten gieten om ze weg te houden, want ze houden er niet van.
Kijk uit met chemische bestrijdingsmiddelen. Deze middelen brengen schade toe aan de tuin en dat heeft ook negatieve gevolgen voor de bodemdiversiteit. Denk aan nuttige insecten die sterven of worden opgegeten door vogels of egels.
Slakkenkorrels kunnen wel, zolang het ecologische korrels zijn. Die zijn namelijk niet gevaarlijk voor natuurlijke vijanden van de slak.
Een diervriendelijke, maar tijdrovende en wellicht weinig efficiënte methode is om slakken met de hand te verwijderen en ze elders uit te zetten. Maar doe dat niet te dichtbij: ze zullen instinctief weer terugkruipen naar jouw tuin. Pas vanaf een meter of twintig raken ze gedesoriënteerd en neemt de kans af dat ze de weg terug weten te vinden. Maar wellicht maak je het zo andermans probleem.
Bron: AD, Milieu Centraal, NOS, Pokon, Recycling Nederland, Trouw
Meld je snel en gratis aan voor de Kassa nieuwsbrief!