Een belangrijke adviesraad van de regering en het parlement vindt dat de leeftijd waarop je mag stemmen omlaag moet van 18 naar 16 jaar. Op deze manier worden jongeren ook op de lange duur beter betrokken bij de politiek.
Nederlandse jongeren kan de politiek minder schelen dan leeftijdsgenoten in vergelijkbare landen. Dat schrijft de Raad voor het Openbaar Bestuur (ROB). Door ze al op de middelbare school stemrecht te geven kan dat veranderen. Dan wonen ze vaak nog bij hun ouders en hebben ze iets minder aan hun hoofd dan wanneer ze bijvoorbeeld al studeren of een baan hebben. De verwachting is dat ze daardoor ook vaker naar de stembus gaan en dat dan ook later in hun leven vaker zullen doen.
Machtsmisbruik
Wanneer jongeren stemrecht hebben, denkt het ROB, zullen politici ook beter naar ze luisteren. Oudere generaties hebben op dit moment nog een groter gewicht. Dat kan bij vraagstukken als klimaat en pensioen een grote rol spelen. De raad wil het machtsmisbruik door ouderen voorkomen.
Grondwet
De raad vindt dat provincies en gemeenten daarom de mogelijkheid moeten krijgen om ook 16-jarigen op proef te laten stemmen. De grondwet zal wel moeten worden aangepast om zulke experimenten mogelijk te maken. In de wet staat namelijk al sinds de jaren zeventig dat een kiezer 18 jaar of ouder moet zijn.
Verstandige keuzes
Toen was de gedachte nog dat het puberbrein niet klaar is voor stemrecht. Volgens het ROB wijst onderzoek uit dat pubers in het stemhokje wel verstandige keuzes kunnen maken. ANP