Afgelopen juli zijn de huurprijzen ten opzichte van het jaar daarvoor het minst gestegen sinds 1960, bevestigt het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Toch zijn er grote verschillen tussen de Randstad en andere provincies.
De lage stijging zou worden toegekend aan de maatregelen die de overheid heeft opgelegd tijdens de coronacrisis. De overheid heeft namelijk de prijzen van sociale huurwoningen bevroren, ook zijn prijsstijgingen in de vrije sector aan banden gelegd.
Prijzen bevroren en begrensd
Het CBS heeft onderzocht dat de woninghuren 0,8 procent zijn gestegen in vergelijking met een jaar eerder. Hierbij zijn de sociale huurwoningen 0,3 procent gestegen; de woningen in de vrije sector met 2,2 procent. Sinds juli dit jaar mogen de prijzen van sociale huurwoningen een jaar lang niet stijgen doordat deze zijn bevroren. De woningen in de vrije sector zijn al sinds mei dit jaar begrensd op een maximale stijging van 2,4 procent.
Provincie Overijssel het hardst gestegen
Hoeveel de precieze stijgingen zijn, verschilt sterk per regio: Zo zouden de prijzen het hardst zijn gestegen in de stad Utrecht; hier ging de prijs met 1,6 procent omhoog. Overijssel scoort als provincie het hoogst met 1,4 procent. Opmerkelijk is dat de provincie Friesland daarentegen een verlaging heeft gezien van 0,1 procent. ANP