Korte tripjes steeds minder populair

Nederlanders gaan steeds vaker voor lange tijd op vakantie en maken steeds minder vaak een kort tripje. Dat blijkt uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek en het Nederlands Vakantie- en Vrijetijdsonderzoek.

In 2000 maakten Nederlanders gemiddeld 2,25 korte tripjes met minder dan vier overnachtingen, maar sinds enkele jaren is dat gedaald naar iets minder dan twee. Het aantal lange vakanties (meer dan 4 dagen) neemt daarentegen langzamerhand toe. Nederlanders maken er gemiddeld twee in 2011, tegen ongeveer 1,7 in het jaar 2000.

Een woordvoerster van Thomas Cook onderschrijft die trend. ,,Wij zagen een aantal jaar terug dat mensen vaker op vakantie gingen en dan sneller terugkwamen. Maar ze hebben minder geld en gaan dus vaker voor een hoofdvakantie in het buitenland.’’

Bij een buitenlandse vakantie blijven mensen vaak langer weg. Bovendien speelt ook het vervoer een rol. ,,Vliegen en rijden kost geld. En als je minder geld hebt, loont het om minder vaak te reizen. Dan betaal je slechts langer voor de accommodatie, maar niet voor twee retourvluchten in plaats van één’’, aldus de woordvoerster.

Ook TUI Nederland, dat merken als Arke, Holland International en KRAS.nl vertegenwoordigt, ziet die trend. ,,Het is een economisch verhaal. Als het goed gaat, boeken we ook een vakantie in de krokusvakantie bijvoorbeeld. En als het heel goed gaat, doen we ook nog stedentripjes. Wanneer het economisch weer wat moeilijker wordt, vallen die korte tripjes als eerste af’’, aldus een woordvoerster. ,,Desalniettemin wordt er gewoon geboekt; Nederlanders gaan iets alleen minder ver en vaak. Maar de zomervakantie, die is heilig.’’

Volgens onderzoeksbureau GFK, dat voor reiskoepel ANVR de cijfers bijhoudt, neemt vooral het aantal boekingen van reizen die 6 tot 10 dagen duren, toe. Die maken nu 44 procent uit van het totaal aan boekingen naar het buitenland. Reizen van 0 tot 5 dagen maken 18 procent uit van de boekingen.

ANP