2022 gaat de boeken in als het recordjaar voor koopkrachtverlies van huishoudens. Nooit eerder gingen Nederlanders er zo veel op achteruit. Dat blijkt uit de nieuwste cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).
Weliswaar stegen de cao-lonen het hardst sinds 2008, maar daar tegenover stond de inflatie die nog veel harder steeg. Het verschil tussen de loonontwikkeling en de inflatie was niet eerder zo groot, aldus het CBS.
De cao-lonen stegen in 2022 met 3,2 procent ten opzichte van een jaar eerder. In het laatste kwartaal van het jaar namen de lonen op jaarbasis met 3,6 procent toe, de grootste stijging in twintig jaar.
Maar, de consumentenprijzen stegen nog sterker. Op basis van de eerste elf maanden van 2022 gemiddeld met zo’n 10 procent. Daardoor gingen Nederlanders er per saldo, ondanks een salarisverhoging, ongeveer 6 procent op achteruit, berekende het CBS.
De CNV noemt het "volstrekt onaanvaardbaar" dat steeds meer werkenden in de financiële problemen komen door de "gebrekkige" loonstijging. De vakbond reageert daarmee op bovengenoemde koopkrachtcijfers van het CBS.
"CNV gaat daarom in 2023 stevig de cao-onderhandelingen in. Zeker nu de bedrijfswinsten in 2022 hoger zijn dan ooit", stelt de vakbond. Volgens de bond heeft een kwart van alle werkenden steeds meer moeite om hun rekeningen te betalen. "Een hoger loon is geen extraatje meer maar bittere noodzaak."
Vakbond CNV noemt de stijging van de lonen met 3,2 procent vorig jaar schone schijn. "Dat is slechts 1 procent meer dan een jaar geleden. Kinderspel dus, zeker in een jaar waarin de inflatie gemiddeld ruim 10 procent was." Volgens de vakbond hebben vooral de middengroepen het nakijken.
CNV stelt ook dat de bedrijfswinsten vorig jaar hoger dan ooit waren, met in totaal 84,5 miljard euro. Dat is 9 miljard meer dan het jaar daarvoor. "Het is schandalig dat werkenden daar zo weinig van mee profiteren." ANP/CBS
Thema's:
Meld je snel en gratis aan voor de Kassa nieuwsbrief!