Kleine toename koopkracht voor gepensioneerden in 2019
08-09-2020
• leestijd 1 minuten
De koopkracht van gepensioneerden steeg met gemiddeld 0,5 procent in 2019, na een daling in 2017 en 2018. Gepensioneerden hadden in 2019 relatief veel profijt van het verhogen van de algemene heffingskorting. Dat meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). In tegenstelling tot werknemers hebben gepensioneerden weinig tot geen mogelijkheden om hun koopkracht zelf te verbeteren en zijn ze veel meer afhankelijk van overheidsmaatregelen die de koopkracht beïnvloeden.
Over het algemeen was de koopkracht van de Nederlandse bevolking in 2019 1,3 procent groter dan in 2018. Werknemers hadden de grootste koopkrachtgroei met 2,5 procent. De positieve cijfers zijn met name te danken aan de sterkste cao-loonstijging in tien jaar, namelijk 2,5 procent. Daarnaast hadden diverse fiscale maatregelen een gunstig effect op de koopkracht. Vooral door de verhoging van de algemene heffingskorting en de tariefverlagingen in de inkomstenbelasting hielden veel huishoudens meer inkomen over. De koopkracht werd gedrukt door de grootste stijging van de consumentenprijzen na 2002; een stijging van 2,6 procent.
Meer koopkracht voor 62 procent
In totaal nam bij 62 procent van de bevolking de koopkracht toe in 2019. In 2018 was dit nog bij 54 procent. Voor een gemiddeld huishouden met een besteedbaar inkomen van 35.000 euro in 2018 betekent een koopkrachtstijging van 1,3 procent in 2019, dat het huishouden 455 euro meer te besteden had. Omgerekend komt dat neer op 38 euro per maand. Een doorsnee AOW-huishouden (in 2018 was dat 27.500 euro besteedbaar inkomen) hield vorig jaar 135 euro meer koopkracht over. ANP