Kifid: rente doorlopend krediet moet in pas blijven met marktrente
17-07-2020
•
leestijd 3 minuten
•
681 keer bekeken
•
Consumenten mogen ervan uitgaan dat de rente op hun doorlopend krediet gedurende de looptijd ervan in de pas zal blijven met de relevante marktrente, oordeelt de Geschillencommissie van Kifid. Ook concludeert de commissie dat het recht van de bank om de kredietvergoeding te wijzigingen in de behandelde zaak niet oneerlijk of onredelijk bezwarend is. De bank moet de door de consument verschuldigde rente opnieuw bereken en teveel betaalde rente aan de consument terugbetalen. De uitspraak van de commissie is bindend.
Een consument sloot bij ABN AMRO een zogenoemd Flexibel Krediet af. Het krediet, dat op 3 mei 2010 is verstrekt, had een limiet van 50.000 euro en een variabele kredietvergoeding (rente). Op 26 juni 2018 is het krediet geheel afgelost. Hierna beklaagde de consument zich bij Kifid over de in zijn ogen te hoge rente. De kredietvergoeding werd door de bank namelijk niet verlaagd, terwijl de marktrente wel daalde. Volgens de bank was de kredietvergoeding marktconform. De rente varieerde gedurende de looptijd van dit doorlopend krediet tussen 8,5 en 9,6 procent. Kenmerkend voor een doorlopend krediet is dat de consument het op ieder moment kosteloos kan aflossen of oversluiten. Daar staat tegenover dat de bank de rente eenzijdig mag wijzigen. Volgens de bank kent die wijzigingsbevoegdheid geen beperkingen. Ook vindt de bank de rentereeks van De Nederlandsche Bank (DNB) en de CBS-rentereeks gecorrigeerd met 0,91 procentpunt, zoals deze is te vinden in een deskundigenrapport, ongeschikt als referentierente.
Opnieuw berekenen kredietvergoeding
Een bank kan bij het aanbieden van een doorlopend krediet een lagere of hogere kredietvergoeding hanteren dan de gemiddelde marktrente. Volgens het Kifid gaf de bank de consument echter onvoldoende inzicht in de factoren die de hoogte van de kredietvergoeding bepalen en op welke manier dat gebeurt. Naar aanleiding daarvan mocht de consument verwachten dat de kredietvergoeding in pas bleef met de marktrente op doorlopende kredieten voor consumenten. In zo'n geval is de bank beperkt in het gebruik van haar recht om de kredietvergoeding te wijzigen, stelt de Geschillencommissie. De bank dient er immers voor te zorgen dat het verschil tussen de individuele kredietvergoeding en het gemiddelde rentetarief in de markt niet wijzigt in het nadeel van de consument.
Daarom moet ABN AMRO het rentetarief voor het doorlopend krediet aan deze consument opnieuw berekenen over de periode van 3 mei 2010 tot 26 juni 2018. Hierbij geldt de rentereeks uit het deskundigenrapport als uitgangspunt. Voor de periode voor 1 juni 2010 geldt de DNB-rentereeks als uitgangspunt. Wanneer uit de herberekening blijkt dat de consument meer betaald heeft dan de bank in rekening mocht brengen, dient de bank de teveel betaalde rente terug te betalen.
Wijzigingsbeding
Ook gaat de Geschillencommissie van Kifid in op de vraag of het rentewijzigingsbeding oneerlijk of onredelijk bezwarend is. Het wijzigingsbeding heeft voor de consument zowel voordelen als nadelen. Volgens de commissie wegen de voor- en nadelen voldoende tegen elkaar op en verstoren ze het evenwicht tussen partijen niet in het nadeel van de consument. Daarom is het wijzigingsbeding in deze omstandigheden niet oneerlijk of onredelijk bezwarend en is er geen om het beding buiten werking te stellen. De volledige uitspraak over deze zaak (GC 2020-570) is hier te vinden.