Kamervragen PvdA over ‘torenhoge kosten’ kredietaanbieder Ferratum
11-02-2021
•
leestijd 2 minuten
•
458 keer bekeken
•
De PvdA heeft bij monde van Kamerlid Henk Nijboer Kamervragen gesteld aan minister Wopke Hoekstra (Financiën) over flitskredietaanbieder Ferratum. Aanleiding is de Kassa-uitzending van 6 februari. Nijboer wil onder andere van de minister weten hoe het kan dat de Finse kredietaanbieder “stelselmatig de wet overtreedt” door torenhoge kosten in rekening te brengen en waarom toezichthouder AFM daar niet tegen optreedt.
De kosten voor een lening mogen, op jaarbasis, niet boven de 10 procent uitkomen. In Kassa was te zien dat Ferratum bij het verstrekken van een lening aan klanten een ‘persoonlijke garantsteller’ vereist. Die moet binnen vijf dagen zijn geregeld, anders volgt een forse boete. Wordt die opgelegd, dan overstijgen de kosten voor het krediet de maximale kosten die volgens de AFM voor een krediet gerekend mogen worden door de kredietaanbieder.
Nijboer wil van Hoekstra weten waarom toezichthouder AFM niet optreedt tegen Ferratum. Met de boeteclausule voor het ontbreken van een garantsteller stijgen de kosten voor de lening fors boven de maximale kredietvergoeding. Het PvdA-Kamerlid wil ook van de minister horen hoe het kan dat Ferratum deze werkwijze erop na kan houden.
‘Oplichting’
In de uitzending van Kassa noemde Nijboer de manier van werken van Ferratum ‘oplichting’. “Het gaat om mensen die aan het eind van de maand een klein krediet nodig hebben. Via een constructie worden torenhoge kosten in rekening gebracht. Dat is verboden”, aldus Nijboer. Wat hem betreft gaat de website Saldodipje van Ferratum op zwart.
Tegenover Kassa ontkende Ferratum in strijd met de Nederlandse of Europese wet te handelen.
Van 14 naar maximaal 10 procent kosten per jaar
De maximale kredietvergoeding is sinds 10 augustus 10 procent op jaarbasis. Daarvoor was het 14 procent. Minister Hoekstra heeft de maximale kredietvergoeding verlaagd vanwege de coronacrisis. De totale kosten die kredietaanbieders rekenen, mogen niet boven de maximale kredietvergoeding uitkomen.