Justitie mag IP-adressen niet zomaar opvragen
21-02-2011
• leestijd 1 minuten
Politie en jusititie mogen niet zomaar de IP-adressen van bezoekers van journalistieke websites opvragen. Dat heeft minister Ivo Opstelten (Veiligheid en Justitie) geantwoord op vragen van de VVD in de Tweede Kamer. Opsporingsdiensten moeten alle belangen, ook de journalistieke, afwegen voor zij gegevens opeisen. ,,Een verzoek tot vrijwillige verstrekking behoort niet tot de mogelijkheden'', aldus de bewindsman.
Aanleiding voor de vragen van de twee VVD-Kamerleden Jeanine Hennis-Plasschaert en Ard van der Steur was een artikel in Webwereld van 7 januari, onder de kop Politie bluft om IP-adressen bezoekers te krijgen, over druk die de politie uitoefent op journalistieke websites, waaronder Crimesite.nl en webpagina's van regionale omroepen. Onder meer Crimesite weigerde dergelijke gegevens te verstrekken.
Justitie mag gegevens als IP-adressen pas vorderen als de belangen van de bezoeker van de site, van de site zelf en het opsporingsbelang tegen elkaar zijn afgewogen. Alleen wanneer het belang van de opsporing zwaarder weegt, mogen IP-adressen worden opgeëist. In het geval van Crimesite had justitie ten onrechte niet stilgestaan bij de vraag of de website een journalistieke was, of er sprake was van bronbescherming en of het vorderen van deze gegevens het publieke debat of de vrije nieuwsgaring zou belemmeren. De eis van justitie is later dan ook ingetrokken.
Om meer duidelijkheid te krijgen over deze vragen, komt de top van het Openbaar Ministerie (OM), het college van procureurs-generaal, dit voorjaar met een nieuwe aanwijzing voor de toepassing van dwangmiddelen tegen journalisten, aldus Opstelten.
ANP