Jongeren maken zich niet druk om schooluitval

Voortijdige schooluitval is een groot probleem in het onderwijs. Tenminste, dat vinden de beleidsmakers. De uitvallers zelf zien dat heel anders. Zij ervaren hun schoolloze tijd als leerzaam en een deel van hen gaat na 1 of 2 jaar weer terug naar school. Bij het terugleiden van uitvallers naar school zijn echter nog wel verbeteringen nodig, zo staat te lezen in het onderzoek 'De gevonden zonen (m/v)' van het expertisecentrum beroepsonderwijs (ecbo).

Jongeren die zonder diploma van school gaan, doen dat om verschillende redenen. Bijvoorbeeld omdat ze ziek zijn, problemen hebben, niet weten wat ze willen worden of denken dat ze geen diploma nodig hebben. De beslissing om te stoppen met school is echter geen definitieve, zo blijkt uit het ecbo-onderzoek. Ruim een derde van de jongeren gaat na 1 of 2 jaar toch weer naar school en driekwart van hen haalt alsnog het diploma.

Bereikbaarheid
Die andere twee derde van de jongeren moet echter ook bereikt worden, vinden onderwijsinstanties en het ministerie. En in die bereikbaarheid valt volgens het expertisecentrum veel winst te behalen. Veel schoolverlaters gaven aan dat ze wel weer terug willen, maar niet weten hoe ze dat moeten aanpakken. Ze blijven daardoor onnodig hangen in ongeschoold werk.

Scholen zouden daarom onder meer in het exitgesprek al moeten aangeven wat de mogelijkheden zijn om na bepaalde tijd weer terug te keren naar de schoolbanken. Zowel de jongere als zijn of haar omgeving moet extra worden voorgelicht en begeleid.

Gemeentes zouden de schoolverlaters na een jaar moeten benaderen om te informeren of ze weer terug naar school willen. Ook zouden werkgevers voorgelicht moeten worden over de mogelijkheden om hun werknemers zowel te laten studeren als werken.

ANP