Minister Hugo de Jonge (Volkshuisvesting en Ruimtelijke ordening) heeft bekendgemaakt dat de huurprijs in de sociale sector vanaf 1 juli mag stijgen. De prijs van de huur mag omhoog tot maximaal 2,3 procent. Vorig jaar werden de huren nog bevroren, dit verloopt in juli.
Het besluit betekent niet dat alle sociale huren tot de maximale grens stijgen. De huur voor mensen met een hoger inkomen kunnen woningcorporaties verhogen met maximaal tot 100 euro per maand. Dit moet wel binnen de maximale huurprijsgrens vallen. Verhuis je in 2022 naar een sociale huurwoning? Dan kan de (kale) huur van die woning maximaal 763,47 euro zijn. Deze liberalisatiegrens geldt voor aanvangshuren. Wie al langer huurt betaalt soms meer voor een sociale huurwoning.
De inflatie vorig jaar was 2,3 procent, vandaar dat de huurprijzen dit percentage mogen stijgen. De jaren daarvoor mochten huurprijzen de inflatie plus 1 procent stijgen. Dit jaar mag de laatste 1 procent dus niet.
Ook werd vorig jaar de inkomensafhankelijke hogere huurverhoging (IAH) niet toegepast, vanwege de coronacrisis. De Jonge zegt dat deze regeling helpt doordat corporaties nu de ruimte krijgen om mensen die de huur nauwelijks kunnen betalen, niet de 2,3 procent verhoging te geven.
De minister zegt dat geen of beperkte ruimte voor huurverhogingen de ruimte voor investeringen in de bouw van nieuwe woningen of verduurzaming van woningen beperkt. ANP
Meld je snel en gratis aan voor de Kassa nieuwsbrief!