Hoeveel trekt de overheid uit voor de achterstanden per onderwijsvorm?

In mei 2020 investeerde het kabinet al bijna 500 miljoen euro extra in het onderwijs voor inhaal- en ondersteuningsprogramma’s. Hiervan ging 200 miljoen euro naar studenten en 244 miljoen euro naar leerlingen in het basis-, voortgezet onderwijs en mbo. Daarnaast werd 30 miljoen ingezet voor het behoud van stages en leerwerkbanen en 21 miljoen voor onderwijs voor ‘nieuwkomersleerlingen’ (kinderen die de Nederlandse taal nog niet zo goed spreken).

Nu investeert het kabinet opnieuw in het onderwijs vanwege de door de coronacrisis opgelopen achterstanden en om het onderwijs verder te ontwikkelen voor de toekomst. Het geld is voor de komende 2,5 jaar en vrij te besteden door de scholen zelf.

Met de subsidie van 8,5 miljard kunnen scholen onderwijsachterstanden voorkomen en studievertraging compenseren. Hiervan gaat 6 miljard naar het basis- en voortgezet onderwijs. Het kabinet geeft aan dat het verhoudingsgewijs meer geld geeft aan “scholen met veel leerlingen met minder kansen”. Verder vraagt het kabinet basisscholen en middelbare scholen om leerlingen de komende zomerperiode hulp en gratis bijles aan te bieden indien leerlingen dat nodig hebben.

“De huidige generatie leerlingen en studenten verdient, ondanks de coronacrisis, alle kansen op volwaardig onderwijs en een goede toekomst”, stelt de Rijksoverheid bij het bekendmaken van het meerjarig onderwijsplan van de demissionaire ministers Ingrid van Engelshoven en Arie Slob. Hierbij geeft Slob aan dat er heel gericht gekeken gaat worden naar “wat elke leerling nodig heeft om de pijn van deze pandemie zoveel mogelijk te verzachten”.

De in totaal 6600 basisscholen in Nederland kunnen daardoor elk gemiddeld rekenen op 180.000 euro, meldt Trouw. Dit geld mogen de scholen enkel en alleen gebruiken om de leerachterstanden weg te werken en dus niet om bijvoorbeeld de lerarensalarissen te verhogen. Wel mogen scholen zelf bepalen hoé ze de achterstanden gaan wegwerken en waar ze dat extra geld van het kabinet voor gebruiken. Zo wordt er gedacht aan bijlessen, weekendschool en zomerschool als oplossing.

Scholen moeten voor de zomer de achterstanden van leerlingen in kaart brengen. Dit moet de basis vormen voor een plan om de achterstanden de komende 2,5 jaar weg te werken. Dit plan kan bepalen wie er extra geldt krijgt. Want “zonder plan geen geld”, aldus Slob.

De 650 middelbare scholen kunnen rekenen op een gemiddelde subsidie van 1,3 miljoen euro. Ook dit geld is bedoeld voor het wegwerken van leerachterstanden. Dit doet het kabinet om te zorgen dat ook in dit tweede coronajaar het middelbareschooldiploma een volwaardig diploma is. Hierbij geldt, net als bij de basisscholen, dat als de school kan bewijzen waarom het meer nodig heeft, de school op een groter bedrag kan rekenen.

Het kabinet lanceerde in maart 2021 het online platform lesopafstand.nl, om scholen te helpen het onderwijs thuis en op school te combineren. Hierop zijn gratis webinars, kennisclips en examens te vinden.

Waar het basis en voortgezet onderwijs 6 van de 8,5 miljard krijgt, krijgt het hoger onderwijs ‘slechts’ 1,5 miljard. Waarom het hoger onderwijs relatief minder krijgt, is niet duidelijk. Daarnaast is het plan om studenten intensiever te begeleiden en om zo snel mogelijk weer fysiek (op anderhalve meter) onderwijs te geven.

Begin jij dit jaar aan een studie in het middelbaar of hoger onderwijs? Dan krijg je de helft van je collegegeld vergoed. Studeer je al en heb je een studieachterstand opgelopen, waardoor je je basisbeurs (mbo) of aanvullende beurs (mbo en hoger onderwijs) dreigt te verliezen? Dan kun je rekenen op tegemoetkoming voor drie maanden studie. Dit geldt ook voor studenten die door onderwijsvertraging geen recht meer hebben op een ov-studentenkaart. Voor hen wordt de kaart twaalf maanden verlengd.

Daarnaast trekt de overheid extra geld uit wegens hogere studentenaantal, namelijk 645 miljoen euro. Doordat jongeren nu geen tussenjaar voor hun studie kunnen nemen om in het buitenland te reizen, melden zich meer jongeren aan voor een nieuwe studie.

Verder is er voor de 20.000 jonge wetenschappers die als promovendi in dienst zijn bij universiteiten en vertraging hebben opgelopen 162 miljoen euro vrijgemaakt.