Zoek je naar vleesvervangers omdat je van plan bent om minder of geen vlees meer te eten? Grote kans dat je dan uitkomt bij de kant-en-klare vleesvervangers die tegenwoordig niet meer weg te denken zijn uit de schappen van de supermarkt. Maar hoe (on)gezond is dit “nepvlees” nou eigenlijk? Wat betaal je ervoor en wat is de milieu-impact ervan? Om je als consument een handje op weg te helpen bij het maken van een weloverwogen keuze, hebben we deze vragen voor je voorgelegd aan duurzaamheidsexpert Lilou van Lieshout van het Voedingscentrum.
Sojabonen worden vaak als belangrijkste grondstof gebruikt voor de productie van kant-en-klare vleesvervangers zoals vegaburgers. “De bonen hebben een structuur die veel lijkt op die van echt vlees en bevatten ook veel van de essentiële voedingsstoffen die in dierlijke producten voorkomen, zoals belangrijke vitamines, ijzer en eiwitten”, vertelt Van Lieshout.
De soja wordt in de fabriek vermalen tot iets wat lijkt op hamburgerdeeg. Daaraan worden kruiden toegevoegd die zorgen voor de smaak van echt vlees. “In veel kant-en-klare vleesvervangers worden tijdens dat proces nog andere eiwitbronnen toegevoegd, zoals tarwe of kikkererwten. Maar naast sojabonen als belangrijkste grondstof van dit namaakvlees, zijn er in de schappen van de supermarkt ook vleesvervangers te vinden die gemaakt zijn op basis van andere peulvruchten. Bijvoorbeeld veldbonen of lupinebonen”, vult Van Lieshout aan.
Kant-en-klare vleesvervangers op basis van soja hebben een hogere eiwitdichtheid dan vleesvervangers op basis van andere grondstoffen. Daarnaast is soja een van de weinige plantaardige eiwitbronnen die alle negen essentiële aminozuren bevat. Dat maakt dat de eiwitten uit soja makkelijker door het lichaam gebruikt kunnen worden voor bijvoorbeeld de opbouw van spieren. “In tegenstelling tot echt vlees bevat soja van nature geen vitamine B12, vertelt Van Lieshout. Dat komt namelijk alleen voor in dierlijke producten zoals vlees, vis, eieren en zuivel. Daarom wordt vitamine B12 tijdens het productieproces vaak aan het product toegevoegd. Check dus op de verpakking of dit daadwerkelijk het geval is. Niet in alle kant-en-klare vleesvervangers is vitamine B12 aanwezig.
Het Voedingscentrum ziet dat een groot deel van het assortiment nog niet voldoet aan de criteria voor een goede vegetarische keuze. De expert vertelt dat er daarom nog veel potentie is om de voedingswaarde van kant-en-klare vleesvervangers te verbeteren. Toch loopt Nederland voorop vergeleken met andere landen en is ons aanbod ten opzichte van andere dus gezond.
Volgens Van Lieshout bevatten de kant-en-klare vleesvervangers soms te weinig eiwitten of juist een teveel aan zout. Bij het kiezen van een vleesvervanger is het daarom belangrijk om te kijken hoeveel eiwitten en zout het product bevat. Lees de informatie op het etiket dus goed. Een goede richtlijn daarbij is dat er per 100 gram niet meer dan 1,1 gram zout in zit. “Je kunt verschillende opties vergelijken op basis van het zoutgehalte, en degene met het minste zout kiezen.”
Daarnaast zitten in groenteburgers vaak te weinig eiwitten. Om een goede keuze te maken kun je de gratis ‘Kies Ik Gezond?-app’ van het Voedingscentrum gebruiken. Daarmee kun je producten zoeken en scannen en meteen zien of het product in de Schijf van Vijf staat.
Een goede kant-en-klare vleesvervanger bevat:
· Veel eiwitten (meer dan 12 procent van de energie)
· Veel ijzer (meer dan 0,8 milligram per 100 gram)
· Vitamine B1 en B12
· Weinig zout (minder dan 1,1 gram zout per 100 gram)
· Weinig verzadigd vet
Kant-en-klare vleesvervangers moet je anders bakken dan echt vlees. Meestal hoeven de vleesvervangers maar kort gebakken te worden op laag vuur. Lees de bereidingswijze op de verpakking dus goed door.
De productie van vlees heeft een grote impact op het klimaat. De productie van kant-en-klare vleesvervangers is vaak veel minder milieubelastend dan de productie van dierlijke producten. “Een hamburger gemaakt van rundvlees zorgt gemiddeld voor acht keer zoveel broeikasuitstoot dan de productie van een vegetarische burger. Bij rundergehakt is dat zesenhalf keer zoveel dan de vegetarische tegenhanger, vertelt Van Lieshout.
Maar helaas zijn niet alle vegetarische alternatieven duurzaam. “Zo is de uitstoot van vegetarische kip weer vergelijkbaar met die van echte kip.” Wil je voor een echt duurzame optie gaan? Dan kun je volgens de duurzaamheidsexpert het beste kiezen voor peulvruchten. “De productie van een portie peulvruchten heeft een tien keer lagere broeikasuitstoot dan een portie biefstuk. Bovendien is er minder land nodig, en minder vervuiling van het milieu voor de productie van vegetarische alternatieven ten opzichte van dierlijke producten. “Zo zijn peulvruchten zelfs goed voor het bodemleven en de biodiversiteit. Bovendien wordt er voor de productie van vlees veel bos gekapt.”
Maar betaal je dan ook meer voor zo’n duurzame keuze? “Er zijn supermarkten die vleesvervangers nu dezelfde prijs geven of bewust goedkoper maken dan de dierlijke tegenhanger. Peulvruchten zijn ook duurzaam en een gezond alternatief voor vlees. Het zijn de meest goedkope bron van eiwitten.”
In 2022 onderzocht de onafhankelijke denktank Questionmark de prijzen van vlees en vleesvervangers en zag de verschillen krimpen. Vleesvervangers zijn niet altijd duurder dan echt vlees.
Naast de kant-en-klare vleesvervangers kun je ook kiezen voor bijvoorbeeld noten en eieren. Of peulvruchten dus, zoals bruine bonen, kikkererwten en linzen. Daarnaast zijn ook tofu en tempé gezonde vegetarische keuzes. Maar let op: veel van deze producten bevatten geen vitamine B12. Om een vitamine B12 tekort te voorkomen kun je voedingssupplementen slikken.
Kweekvlees is vlees dat in een laboratorium wordt gekweekt uit stamcellen van dieren. En de ontwikkelingen zitten momenteel in een stroomversnelling. De potentiële voordelen van kweekvlees zijn enorm. De veehouderij is verantwoordelijk voor ongeveer 14,5 procent van de wereldwijde broeikasuitstoot, en kweekvlees kan deze impact drastisch verminderen.
Studies suggereren dat kweekvlees de impact van vleesproductie op het klimaat met 92 procent vermindert, de luchtvervuiling met 94 procent en tot 90 procent minder land gebruikt dan traditionele vleesproducten. Daarnaast is kweekvlees goed voor het dierenwelzijn en de voedselzekerheid.
Nederland was ooit pionier op het gebied van kweekvlees. Zo werd de eerste in een lab gemaakte hamburger ontwikkeld door de Nederlandse professor Mark Post. Europese regels vormen momenteel nog een obstakel. De Europese Autoriteit voor Voedselveiligheid staat het op de markt brengen van kweekvlees nog niet toe. Maar door een speciale Nederlandse wet was het proeven van kweekvlees vorig jaar toch even mogelijk en konden consumenten proeven hoe het labvlees smaakt. Wie weet eten we over 10 jaar dus wel labvlees zonder de negatieve impact op dierenwelzijn en natuur.
Bronnen: Voedingscentrum, Questionmark, Blonk Consultants, Proveg, Nederlandse vereniging voor veganisme, Food and Agriculture Organisation of the United Nations, NOS
Meld je snel en gratis aan voor de Kassa nieuwsbrief!