Waarom moet de ene persoon veel sneller plassen dan de andere? En hoe komt het dat meer dan een miljoen mensen grote moeite hebben om hun plas op te houden? Dit soort vragen stellen is makkelijker dan het antwoord geven, want praten over plassen is een taboe.
Het plasgedrag van mensen verschilt enorm, de ene kan het makkelijk ophouden terwijl de ander na het drinken van een glaasje water al naar het toilet moet. En meer dan een miljoen mensen hebben last van incontinentie. Bij sommige mensen heeft dat een aanwijsbare medische oorzaak, maar bij de meeste is het raadsel waarom men zo snel moet plassen of het niet op kan houden.
Test Case organiseerde een plastest met tien testpersonen: jong en oud, vrouw en man. Zij kregen de opdracht om elk uur een halve liter water te drinken. En ze moesten proberen om hun plas zo lang mogelijk op te houden. Zodra dat niet meer lukte, werden ze onderzocht door de bekende uroloog dr. Nader Naderi.
Het eerste dat dr. Naderi onderzocht was de hoeveelheid urine die er in de blaas zat van iemand die nodig moest plassen. Dat deed hij met een blaasscan waarmee hij kon vaststellen hoeveel milliliter urine er in de blaas zat. In normale toestand kan een blaas ongeveer 350 tot 500 milliliter urine bevatten maar omdat een blaas behoorlijk rekbaar is, kun je makkelijk het veelvoudige ophouden. Dr. Naderi krijgt regelmatig patiënten op bezoek met meer dan anderhalve liter in hun blaas. Maar meer kan ook. Eén keer werd dr. Naderi gebeld door een vrouw die vertelde dat haar man zo klotste bij het lopen. Hij bleek maar liefst zeven liter urine in zijn blaas te hebben. Dat is uitzonderlijk veel en misschien wel een wereldrecord.
Na het vaststellen van de hoeveelheid urine die er in de blaas zit, mocht de testpersoon naar het toilet waarin een flowmeter was aangebracht. Daarmee kan je precies meten hoeveel iemand er daadwerkelijk uit plast, hoe lang dat duurt en met hoeveel kracht dat gaat. Vervolgens werd met een echoapparaat vastgesteld hoeveel urine er was achtergebleven in de blaas.
Plassen zit in je hoofd. Ingeborg moest tijdens de test nodig plassen terwijl ze ‘slechts’ 300 ml in haar blaas had zitten. In gesprek met dr. Naderi bleek ze ’s nachts 3 tot 7 keer eruit te moeten voor een plas. Ingeborg had zichzelf aangeleerd om bij de eerste aandrang naar de wc te gaan. Dr. Naderi stelde dat je het omgekeerde ook kunt leren, namelijk om je plas wat langer op te houden. Een bekkenfysiotherapeut kan je leren hoe je deze plasspieren kunt aanspannen en ontspannen waardoor het ophouden van de plas makkelijker wordt.
Als je heel nodig moet, ga je vaak bewegen met je benen, heen en weer lopen of steek je je handen tussen je benen. Willem zat te trillen met zijn benen, zo nodig moest hij naar de wc. Bij terugkeer bleek hij 636 ml geplast te hebben. Maar Willem had daar veel tijd voor nodig en de kracht van zijn plasstraal was niet erg groot. Dat zou er op kunnen wijzen dat hij, zoals zoveel mannen van 50-plus, een prostaatprobleem heeft. Dat is over het algemeen niet gevaarlijk, hooguit lastig, want een verdikte prostaat knelt hij de urinebuis af waardoor er dus minder plas doorheen kan. Ook hier is wat aan te doen. Sporten helpt en gezond eten. En regelmatig ejaculeren want bij elk hoogtepunt trekken de bekkenbodemspieren én de prostaat zich samen en houden de boel al doende soepel. Willem Oltmans zei het al: ‘Keep the plumbing running, anders verkroepoekt de handel’.
Plasproblemen kunnen ook ontstaan na zwangerschap. Dat was het geval bij Marijke die sinds de geboorte van haar kinderen soms last van nadruppelen heeft. Dat is niet iets waar je makkelijk over praat, maar tijdens deze test waren mensen bijzonder open. En dat is maar goed ook, vindt dr. Naderi. Als je je plasproblemen bespreekt, kun je erachter komen of er iets aan te doen is. En dat is bijna altijd het geval. Bij vrouwen die na hun zwangerschap last van incontinentie krijgen, en dat zijn er nogal wat, helpt vaak de eerder genoemde bekkenbodemtherapie. Mocht dat niet helpen, dan zijn er andere mogelijkheden. Zo heeft Marlene een neurostimulator gekregen, een soort pacemaker die met lichte stroomstootjes de verkeerde signalen naar de bekkenorganen blokkeert. Marlene kan haar plas nu goed ophouden, tijdens de test hield ze met gemak 768 ml binnen voordat ze naar de wc moest.
Degene die het langst zijn plas kon ophouden, was Björn. Hij had meer dan een liter urine in zijn blaas. Björn is nog relatief jong en zijn blaas kan dat makkelijk hebben. Maar ophouden is niet verstandig, stelde dr. Naderi, want als je de plassignalen negeert, bestaat er een weliswaar kleine kans dat de blaas lui wordt. De blaasspier verliest dan zijn kracht waardoor plassen steeds lastiger wordt.
En zo kwamen we aan het einde van de test. We weten nu dat veel zwangere vrouwen en oudere mannen kampen met plasproblemen. En ook dat er best veel aan te doen is. Maar waarom moeten sommige mensen nou veel eerder plassen dan andere? Dat zit vooral in je hoofd, zei dr. Naderi, en het is je meestal al in je jeugd aangeleerd. Als je vroeger altijd voor een uitje naar de wc werd gestuurd, ook al had je geen aandrang, dan leer je niet goed dat je een plas ook een tijdje kunt ophouden. Maar te lang ophouden is ook niet handig, dus luister goed naar de plassignalen in je hoofd.
Meld je snel en gratis aan voor de Kassa nieuwsbrief!