Het woonakkoord: de belangrijkste maatregelen
18-12-2013
• leestijd 1 minuten
Het woonakkoord, waarmee een nipte meerderheid in de Eerste Kamer in de nacht van dinsdag op woensdag instemde, werd al in februari gesloten. Het kabinet, de regeringspartijen VVD en PvdA en de oppositiepartijen D66, ChristenUnie en SGP hebben daarin afspraken gemaakt over huren, een heffing voor corporaties en hypotheekregels. De belangrijkste maatregelen op een rij:
- De huren stijgen geen 9 procent, maar maximaal 6,5 procent.
- Huurders die er in inkomsten op achteruit gaan, krijgen onder bepaalde omstandigheden huurverlaging.
- Corporaties moeten meebetalen om de tekorten van de overheid op te lossen. Deze zogenoemde verhuurdersheffing wordt wel lager dan aanvankelijk de bedoeling was: uiteindelijk 1,7 miljard euro per jaar (in plaats van 2,1 miljard). Een deel van het bedrag, 70 miljoen euro, gaat naar een investeringsfonds voor de woningmarkt. Na 2 jaar wordt bekeken welke effecten de heffing heeft. Als die te schadelijk zijn, wordt de heffing verlaagd.
- De aflossingstermijn voor nieuwe hypotheken gaat van 30 naar 35 jaar.
- Huizenkopers krijgen de mogelijkheid maar de helft van hun hypotheek af te lossen. Daardoor moet het voor starters op de woningmarkt makkelijker worden een huis te kopen. Dat leidt er wel toe dat er minder hypotheekrente kan worden afgetrokken.
- De btw op renovaties en verbouwingen gaat een jaar lang van 21 naar 6 procent.
ANP