Afval scheiden is misschien wel de bekendste manier om jouw steentje bij te dragen aan een beter milieu. Meer dan de helft van ons afval houden we netjes gescheiden. Denk aan glas, plastic, gft en papier. Maar, heeft afval scheiden eigenlijk wel zin? Kan het niet net zo goed op één grote hoop? We zetten de feiten en fabels voor je op een rij.
In Nederland produceerden we in 2021 zo’n 9.937.000 ton afval, wat neerkomt op 571 kg afval per persoon. Dat is meer dan het Europese gemiddelde, dat geschat wordt op zo’n 489 kg afval per persoon.
Ondanks dat we in verhouding met het Europese gemiddelde meer afval produceren, wordt wel 60 procent van het afval in Nederland gescheiden ingeleverd.
Dat afval scheiden en het daaropvolgende recyclen positief bijdraagt aan een beter milieu hebben we allemaal weleens gehoord. Toch is er een aanzienlijk deel van de Nederlanders dat zijn afval niet scheidt. “Het komt toch allemaal op één hoop terecht”, wordt door menigeen beweerd. Hoe zit dat nou eigenlijk? Jan van Hasselt, grondstoffentechnoloog en afvalspecialist, legt uit hoe het zit.
Afval gescheiden inzamelen kan de gemeente inderdaad meer kosten dan wanneer dat niet gebeurt. Van Hasselt benadrukt dat het voornamelijk te maken heeft met de manier waarop het ingezameld wordt. “Je kunt natuurlijk zeggen dat er sprake is van meer transport waardoor meer kosten gemaakt worden. Vervolgens moet de hele afvalverwerkingsketen doorlopen worden, wat ook extra geld kost.”
“Maar het is erg afhankelijk van de manier waarop je het inzamelt. Als je bijvoorbeeld zou zorgen dat het plastic afval bij de bron meteen samengeperst wordt, kan er veel efficiënter vervoerd worden. Het begint bij anders denken.”
Daarnaast leveren glas, metaal, papier en textiel geld op. Dat geldt echter nog niet voor gft-afval, maar dit afval recyclen is wel goedkoper dan verbranden. Het recyclen van plastic is kostendekkend doordat producenten meebetalen aan recycling. De overheid krijgt daarnaast een vergoeding voor ingeleverde plastic verpakkingen afkomstig van huishoudens.
"Dit is een complex en niet-transparant systeem. Door huishoudens bij dit probleem te betrekken en transparanter te zijn maak je ze onderdeel van het probleem."
Dit is een fabel. In Nederland wordt over het algemeen afvalstofheffing gerekend. Deze gaat in op het moment dat je een woning betrekt en wordt berekend aan de hand van de grootte van het gezin. Het bedrag blijft dus hetzelfde, ook als je niets in de container zou gooien. Afval gescheiden inleveren kost dus niet meer dan wanneer je dat niet doet.
Volgens Van Hasselt is dit complexer dan op het eerste gezicht lijkt. “Als we het over nascheiding hebben, hebben we het voornamelijk over het scheiden van kunststoffen. Er zijn in Nederland elf afvalverbrandingsovens te vinden, waarvan er maar een aantal een scheider hebben die pmd-afval uit het restafval vist.”
Gft-afval, textiel, glas en karton moeten dus alsnog apart ingeleverd worden, en dus is de stelling niet helemaal waar, geeft Van Hasselt aan. Het merendeel van het afval in Nederland wordt gescheiden door middel van bronscheiding: bij de mensen thuis dus.
Dit is niet waar. Stel dat je een vette pizzadoos bij het karton gooit, hoeft dit volgens afvalspecialist Van Hasselt niet meteen een ramp te zijn. “Een pizzadoos kan er nog wel tussenuit gevist worden. Pas in extremere gevallen wordt het een probleem. Als het afval erg vervuild is, kan het inderdaad niet meer gebruikt worden. Maar alsnog kun je beter een poging wagen dan het volledig achterwege laten.”
Ook dit is een fabel. Er moet inderdaad vaker worden gereden wanneer afval gescheiden wordt opgehaald. Zoals Van Hasselt eerder al stelde kan dit zeker efficiënter gebeuren om te zorgen dat het proces minder vervuilend is. “Desondanks is het voordeel van afval scheiden zo groot, dat de extra ritjes die daarvoor gereden worden in het niet vallen.”
Dit is een complexe kwestie, stelt Van Hasselt. “Er zijn twee soorten van recyclen. Je hebt dus écht 'recyclen’, waarbij materiaal terugkomt als materiaal. Een petflesje wordt dus gerecycled en wordt weer een petflesje. Daarnaast is er ‘downcycling.’”
“Van al het plastic door elkaar worden andere producten gemaakt, zoals plastic bankjes. Het lastige hieraan is dat wanneer deze producten hun beste tijd gehad hebben, ze nog steeds in de verbrandingsoven belanden. Van échte recycling is dan dus geen sprake”, aldus Van Hasselt. “Plastic kan prima gerecycled worden, maar omdat er veel verschillende soorten en kleuren zijn wordt dat toch lastiger. Er wordt dan vaker gebruik gemaakt van downcycling.”
Van Hasselt zou graag zien dat de verpakkingsindustrie en supermarkten verantwoordelijk worden gehouden voor de verpakking waar de consument mee opgezadeld wordt. "Zorg voor een mogelijk op nutteloze verpakkingen achter te laten zodat zij zelf opdraaien voor de kosten."
Gelukkig zijn er verschillende initiatieven, zoals Plastic Collectors, die inzetten op échte recycling van plastic. Dat zal in het begin meer geld kosten, maar Van Hasselt is van mening dat dat iets is waar de overheid geld voor vrij moet maken. Hij stelt dat dat geld er zelfs al is, namelijk via het Afvalfonds.
Het Afvalfonds is verantwoordelijk voor het innen van de afvalbeheersbijdrage bij bedrijven die verpakte producten op de Nederlandse markt brengen. Deze bedrijven kopen het gebruik van hun plastic verpakkingen bij wijze van spreken af. Volgens Van Hasselt is dit een slim trucje.
“Het Afvalfonds moet de verpakkingsindustrie dwingen om aan recycling te doen. Bedrijven zitten hier niet op te wachten en kopen deze verplichting af door geld in het fonds te stoppen. Vervolgens blijkt dat het fonds niet kundig genoeg is om dit geld vervolgens efficiënt in te zetten voor recyclen. Op die manier gebeurt er dus niets.”
Van Hasselt pleit ervoor om het geld dat overblijft in het fonds in te zetten voor initiatieven die zich inzetten voor het écht recyclen van plastic. Het andere deel van het geld wordt namelijk uitgekeerd aan gemeenten: dit is de vergoeding die ze krijgen voor het gescheiden inzamelen van huishoudelijk verpakkingsafval.
Gescheiden afval komt zeker niet op één hoop terecht, stelt de afvalspecialist. Alles wat je gescheiden inlevert, wordt ook gescheiden verwerkt. Dit betekent dat plastic bijvoorbeeld ook écht gerecycled wordt, tenzij het te vervuild is. Dit betekent dat er bijvoorbeeld te veel volle verpakkingen tussen zitten.
“Alleen als het afval echt té vervuild is, gaat het alsnog naar de verbrandingsoven.” Dit staat echter in schril contract met de hoeveelheid afval die wél gerecycled wordt. Volgens Van Hasselt moet je je afval dus vooral blijven scheiden, omdat dat zeker nut heeft.
Van Hasselt heeft een sterke mening over hoe op dit moment naar afval gekeken wordt. De huidige kijk van de consument op afval is niet houdbaar en wordt ons ingegeven door bedrijven, vindt hij.
“We moeten van het woord afval af. Iets is enkel afval omdat de producenten alles in plastic verpakken en we amper keuzevrijheid krijgen in de supermarkt. We worden dus vaak verplicht om het plastic dan maar weg te gooien, waardoor we het als waardeloos afval gaan zien.”
Op deze manier ontwikkelen zowel de producent, consument als afvalverwerker een niet-duurzame blik op afval. “Zolang er niets veranderd aan de manier waarop we naar afval kijken zal het lastig zijn écht verandering teweeg te brengen.”
“De Rijksoverheid en gemeenten denken momenteel erg conventioneel na over afvalverwerking. Ze pretenderen zoveel te willen doen maar in de basis verandert er niets. Kijk naar de afvalstoffenbelasting: zolang mensen niet beloond worden wanneer ze mínder afval inleveren is er ook geen prikkel om minder afval weg te gooien.”
Daarnaast ziet hij dat het beleid dat gemeenten hanteren vaak erg verschilt van elkaar. “Soms is er een stad die juist begint met gescheiden afval inzamelen, terwijl een aangrenzende stad er weer mee stopt. De overheid moet hierin optreden en duidelijk beleid hanteren.”
De landelijke overheid heeft gemeenten opdracht gegeven om nog maar dertig kilo restafval per inwoner per jaar over te houden in 2025. “Er is wel een doelstelling bepaald maar dit gaat hem niet worden op deze manier.”
“De doelstelling zomaar ergens neergooien heeft geen zin, wanneer mensen geen idee hebben wat deze betekent. Dertig kilo afval per persoon per jaar klinkt namelijk helemaal niet als veel. Maar wel als dat enkel uit plastic bestaat. De overheid moet hierin haar eigen verantwoordelijkheid nemen, in plaats van het probleem continue verleggen”, vindt Van Hasselt.
Bron: CBS, NPO
Meer over:
afvalscheiden, afval, plastic, recyclen, feit of fabel, afvalverwerking, afvalscheiding, restafval, feiten en fabels, recyclingMeld je snel en gratis aan voor de Kassa nieuwsbrief!