Grote leerachterstanden na thuisonderwijs: hoe lopen we dat in?
30-01-2021
•
leestijd 3 minuten
•
1372 keer bekeken
•
Al vierenhalve week zijn de scholen dicht. Inmiddels is duidelijk dat alle leerlingen op de basisschool achterstand hebben opgelopen bij rekenen, taal en begrijpend lezen. “Per saldo komt het erop neer dat ze tijdens de eerste lockdown thuis niks hebben geleerd,” vertelt hoogleraar onderwijseconomie Lex Borghans.
Borghans bekeek hoe de leerlingen scoorden op toetsen die ze hebben gemaakt toen ze vlak na de eerste lockdown weer naar school gingen. Al jaren scoren leerlingen redelijk hetzelfde op deze toetsen, maar nu zag hij dat de kennis van alle leerlingen uit zowel onder- en bovenbouw op het gebied van lezen, schrijven en rekenen enorm is gedaald. Inmiddels zijn de scholen voor de tweede keer dicht, dus vreest hij dat de achterstanden nog verder zijn opgelopen.
Kinderen groep 3 meest getroffen
Met name de kinderen uit groep 3, die beginnen met leren schrijven en rekenen, zijn volgens de hoogleraar hard getroffen. In Amsterdam heeft basisschool De Zeven Zeeën daarom inmiddels besloten om groep 3 weer naar school te halen. “We waren zeker bang dat er achterstanden zouden ontstaan en dat zien we nu ook terug. Op leesgebied is de ontwikkeling van de leerlingen gestageerd of zijn ze achteruitgegaan,” vertelt leerkracht Patricia. Omdat ze konden verantwoorden dat de kinderen een leerachterstand oplopen, mogen ze een paar dagen per week fysiek les geven.
Hoe moeten we de achterstanden inhalen?
Het lijkt er nu op dat op 8 februari de deuren van alle basisscholen weer opengaan. Hoe moeten we nu de achterstanden inhalen? Lex Borghans pleit ervoor dat alle gemiste lesuren ingehaald moeten worden. “Bijvoorbeeld iedere dag een uurtje langer naar school of op zaterdagochtend, of de zomervakantie verschuiven of inkorten.” Maar nu het schooljaar al over de helft is, is het wat hem betreft de vraag of dat genoeg is. “En dan moeten we volgend schooljaar beginnen met stof die we dit jaar hadden moeten doen.”
Nationaal Onderwijsplan nodig volgens onderwijswethouders
Minister Arie Slob heeft ook erkend dat er flinke achterstanden zijn. Hoe die in te lopen, daar is nog geen plan voor. Begin deze maand trokken de onderwijswethouders van Amsterdam, Utrecht, Rotterdam en Den Haag aan de bel. In een brief riepen ze Slob op te komen met een Nationaal Onderwijsplan. “Er is geld en ondersteuning nodig,” licht wethouder Said Kasmi van Rotterdam toe. “Het is een illusie om te denken dat we de achterstanden op een snelle manier kunnen oplossen.” In Rotterdam hebben ze vorig jaar, na de eerste lockdown, met succes een zomerschool georganiseerd voor 4000 basisschoolleerlingen. Kasmi kan dat andere steden ook aanraden. “We hebben vooral ingezet op taal, maar ook op het mentale deel. Dus veel sport en groepsopdrachten.”
Minister Slob zegt komst Nationaal Onderwijsplan toe
Inmiddels heeft minister Slob toegezegd dat er een Nationaal Onderwijsplan komt, begin maart. Dat is dus vlak voor de verkiezingen. Paul van Meenen, Tweede Kamerlid voor D66, vindt dat het allemaal veel te lang duurt. Hij is voor een snelle en forse geldinjectie. “We steunen KLM ook met miljarden. We moeten deze kinderen ook een zachte landing geven.” Vandaag maakt D66 bekend dat ze miljarden in het onderwijs willen steken, waaronder het basisonderwijs. Van Meenen wil dit geld vooral naar achterstandsscholen gaat en wordt gebruikt voor het bijvoorbeeld het organiseren van zomerscholen, extra leraren en lesuren. Maar letterlijk verplichten welke maatregelen scholen moeten nemen, vindt hij niks. “Dat moet niet opgelegd worden vanuit Den Haag.”