Het consumentenplatform van BNNVARA. Kassa is er weer op zaterdag 4 januari met de Belbusspecial!
'Gemiddelde wachttijd voor jeugdzorg is tien maanden'
02-06-2021
•
leestijd 2 minuten
•
255 keer bekeken
•
Een kind dat jeugdzorg nodig heeft, moet gemiddeld tien maanden wachten op hulp, zegt Stichting Het Vergeten Kind. Dat is veel te lang, stellen ze.
Het Vergeten Kind deed onderzoek naar de wachttijden. 31 kinderen tussen de 12 en 21 jaar en 120 hulpverleners deden daaraan mee. Het gaat om wachtlijsten voor therapie, een diagnose of een plek om te wonen.
Hoewel de wachttijden al jaren zorgen baren, waren harde cijfers nooit bekend, zegt de stichting. Het onderzoek wijst onder meer uit dat 81 procent van de deelnemende kinderen heeft moeten wachten op jeugdzorg.
Onzeker
Ook blijkt dat van de uit huis geplaatste kinderen 56 procent op een minder passende plek moeten wonen, omdat de juiste plek te lang wachten was. Voor de meeste kinderen was het van tevoren onduidelijk hoe lang ze moesten wachten (88 procent) en waarom (56 procent). "Dat maakt de wachttijd extra onzeker", aldus Het Vergeten Kind.
Van de hulpverleners signaleert 48 procent dat de wachttijden toenemen door (de maatregelen rondom) corona. Bijna alle hulpverleners (98 procent) zien de lange wachttijden als een groot probleem. Ook Kassa liet in meerdere uitzendingen zien dat de wachtlijsten in de jeugd-GGZ onaanvaardbaar zijn waren geworden. Door de aanhoudende lockdown werd de crisis onder kwetsbare jongeren steeds groter.
Extra geld
In april werd bekend dat gemeenten dit jaar 613 miljoen euro extra van het demissionaire kabinet krijgen om knelpunten in de jeugdzorg aan te pakken. Het Vergeten Kind vreest dat deze eenmalige investering niet meer is dan een pleister op de wond. "Geld is niet de oplossing, wachttijden verdwijnen alleen als de oorzaken structureel aangepakt worden."
Zo moet er volgens de stichting een nieuwe kijk komen op hulp en de financiering daarvan. "Om kinderen stabiliteit te bieden, is een situatie nodig waarin er plekken over zijn in plaats van te kort. Dat vraagt van gemeenten om niet te betalen per beslapen bed, maar ruim voldoende woonplekken in te kopen en te behouden, bezet of niet." ANP