Laag waterverbruik wordt door gemeenten vaak gebruikt als bewijs dat bijstandsontvangers frauderen met hun uitkering, maar dat argument houdt niet altijd stand bij de rechter. Dat meldt Trouw.
Er waren vorig jaar 550 zaken tussen gemeenten en bijstandsontvangers bij de Centrale Raad van Beroep (CRvB). Gemeenten vermoedden bij tientallen gevallen dat mensen niet eerlijk waren over hun woonsituatie. Er werden 24 zaken ingediend bij de CRvB waarbij de gemeente stelde dat een bijstandsgerechtigde niet op het opgegeven adres woonde. In zestien van de gevallen werd als bewijs het lage watergebruik opgevoerd, blijkt uit een inventarisatie van Trouw.
De gemeente greep in de helft van de zestien gevallen terecht in, zegt het CRvB. In die situaties is meestal sprake van een 'extreem laag waterverbruik' van minder dan 7 kubieke meter per jaar. Het is vaste rechtspraak dat gemeenten er onder die grens in principe van mogen uitgaan dat een woning onbewoond is. Ter vergelijking: het gemiddeld jaarlijks waterverbruik voor een eenpersoonshuishouden ligt op 46 kuub.
Bron: Trouw/ANP
Meld je snel en gratis aan voor de Kassa nieuwsbrief!