Het consumentenplatform van BNNVARA. Kassa is er weer op zaterdag 4 januari met de Belbusspecial!
Gebrek aan tolken in de zorg
12-12-2020
•
leestijd 3 minuten
•
1453 keer bekeken
•
Je woont in Nederland, je bent ziek, je moet naar een arts maar spreekt de taal niet of heel gebrekkig. De dokter begrijpt niet wat je bedoelt en je klacht wordt erger. Als je de Nederlandse taal niet machtig bent, kan een medisch gesprek lastig zijn. Het is dan handig om een tolk in te schakelen, maar de overheid is gestopt met gratis tolken in de zorg en dat zorgt voor problemen.
Bijna iedereen die langere tijd in Nederland verblijft en niet in EU woont moet inburgeren. Je hebt (normaal gesproken) drie jaar tijd om je inburgeringsdiploma te halen. Eén van de onderdelen is een taaltoets. Het minimum taalniveau bij dit inburgeringsexamen is A2. Dat betekent dat je simpele zinnetjes kunt zeggen en verstaan.
Gratis tolk
De afgelopen zes jaar zijn er totaal 140.548 mensen in Nederland komen wonen die hun inburgeringsexamen hebben gehaald. Ruim 80 procent van deze mensen heeft het laagste taalniveau. Deze mensen spreken dus wel Nederlands maar drukken zich in eenvoudige woorden en zinnen uit. Om complexere zorgvragen beantwoord te krijgen, moet je meer woorden kennen dan het minimum taalniveau. Als je als vluchteling naar Nederland komt, in een AZC woont en zorg nodig hebt, dan kan je gratis een tolk inschakelen.
Zodra je als vluchteling een verblijfstatus hebt gekregen, heb je recht op een huis en op zorg. Als je dan een tolk nodig hebt, moet de statushouder of de hulpverlener deze zelf betalen. De overheid is gestopt met gratis tolken in de zorg met het argument dat mensen Nederlands moeten spreken. Maar voor veel statushouders lukt dat in de eerste periode onvoldoende.
Passende zorg
De inzet van tolken voor anderstaligen die zorg nodig hebben is belangrijk. Want voor goede en passende zorg moeten patiënt en dokter elkaar verstaan en begrijpen. “Alleen met de juiste informatie kan een zorgverlener een diagnose stellen en een behandeling voorstellen. De patiënt moet kunnen begrijpen wat de behandeling inhoudt, wat de risico’s zijn en wat hij/zij moet doen met de voorgeschreven medicijnen”, zegt directeur Patricia Heijdenrijk van expertisecentrum gezondheidsverschillen Pharos.
Als patiënt en arts elkaar niet kunnen verstaan, kan het misgaan met mogelijk zeer akelige gevolgen voor de gezondheid van de patiënt. Daarnaast zijn de maatschappelijke kosten hoog. “Mensen kunnen uitvallen én moeten een extra beroep op de zorg doen”, stelt Heijdenrijk. Pharos krijgt veel signalen binnen dat tolken de kwaliteit, veiligheid en toegankelijkheid van de zorg verbeteren en erger voorkomen. Het expertisecentrum adviseert dan ook om de inzet van tolken te zien als integraal onderdeel van de zorg en dus ook de tolkkosten te financieren.
Campagne
De Johannes Wierstichting heeft onlangs gestart met een campagne: ‘Taal mag toch geen obstakel zijn? Tolken terug in de zorg, alstublieft’. Samen met Patiëntenfederatie Nederland strijden ze ervoor dat de financiering van de tolkenvoorziening eindelijk prioriteit krijgt, want volgens hen lopen patiënten én zorgverleners nu vermijdbare risico’s. Daarnaast willen zij dat er één telefoonnummer komt waarmee álle zorgverleners een tolk in kunnen schakelen. Alleen op deze manier kunnen alle zorgverleners weten hoe ze een tolk kunnen inschakelen. Dit bespaart zorgverleners veel kostbare tijd.
Recht op goede zorg
Op verzoek van minister Tamara van Ark (Medische Zorg en Sport) heeft Zorginstituut Nederland op 20 april 2020 het rapport ‘Tolkvoorziening voor anderstaligen in de geneeskundige geestelijke gezondheidszorg’ uitgebracht. Volgens het instituut is een tolkvoorziening niet iets waarop verzekerden aanspraakkunnen maken. Wel staat er in het rapport dat het instituut erkent dat een tolkvoorziening in bepaalde situaties randvoorwaardelijk kan zijn voor het verlenen van goede zorg. “Het leveren van kwalitatief goede zorg impliceert immers dat de zorgverlener en de patiënt goed met elkaar kunnen communiceren. Overigens hoeft dit lang niet altijd een professionele tolk te zijn. Dit kan ook een informele tolk zijn en ook het gebruik van vertaalhulpmiddelen kan een optie zijn.”
Voor de GGZ lijkt het binnenkort wel geregeld te worden. Op 13 oktober heeft staatsecretaris Paul Blokhuis de Tweede Kamer geïnformeerd over de brief en het rapport van het Zorginstituut Nederland over de vergoedingen van tolken in de GGZ. Het Zorginstituut verwijst naar de Nederlandse Zorgautoriteit voor verdere afhandeling van de financiering in de Zorgverzekeringswet.