Geld lenen van een familielid, vriend of kennis voor het kopen van een huis is populair. Bij zo’n één op de zes huishoudens met een hypotheek is dat het geval, blijkt uit onderzoek van De Nederlandsche Bank (DNB). Echter kan dit juist de huizenprijzen verder doen stijgen, zegt DNB tegen de NOS.
Mensen doen dit vaak om meer geld te lenen dan ze via een normale hypotheekverstrekker kunnen krijgen. In 2020 hadden 645.000 kopers een zogeheten familiehypotheek, vaak in combinatie met een hypotheek bij een bank of verzekeraar. De totale waarde van familiehypotheken is met 70 miljard euro ongeveer 10 procent van de totale hypotheekschuld in Nederland.
Voor een familiehypotheek gelden dezelfde regels als voor een gewone hypotheek. Je kan hypotheekrenteaftrek krijgen, maar de rente moet wel marktconform zijn. Is de rente te laag? Dan ziet de Belastingdienst de hypotheek als een schenking.
Leen je geld van bijvoorbeeld jouw ouders voor je hypotheek? Dan moet je dus ook rente betalen aan hen. Maar in de praktijk is te zien dat ouders de rente die ze ontvangen (deels) weer terugschenken aan hun kinderen. Jaarlijks mag je maximaal 6035 euro belastingvrij schenken aan een kind.
Kopers met een familiehypotheek maken volgens de bank met het extra geld meer kans op een huis omdat zij een hoger bod kunnen doen. Dit kan leiden tot hogere huizenprijzen. Om dit te voorkomen moeten hypotheekverstrekkers beter kijken of een huizenkoper extra geld leent van familie, vindt DNB.
De familiehypotheek zorgt onbedoeld ook voor belastingvoordeel, meldt DNB verder. De rente van zo'n hypotheek mag namelijk worden afgetrokken van het belastbaar inkomen als die overeenkomt met de hypotheekrente die banken en verzekeraars hanteren. Vooral rijkere huizenbezitters profiteren volgens de centrale bank van deze belastingkorting. Door beter te kijken naar familiehypotheken worden onbedoelde belastingvoordelen kleiner, zegt DNB.
Bron: ANP/NOS
Thema's:
Meld je snel en gratis aan voor de Kassa nieuwsbrief!