Er kwamen in 2017 27 duizend huurwoningen bij. Dit had te maken met de omzetting van koop naar huur. Ook veranderden honderd duizend woningen van koop naar huur en werden 73 duizend huurwoningen verkocht.
Hierbij ging het vrijwel niet om koopwoningen die eigendom waren van een sociale woningbouwverenging. Het CBS constateert deze beweging de laatste tijd al vaker. Zo zag het in 2016 dat ruim 62 duizend koopwoningen in huurwoningen werden omgezet. Van deze woningen stond een op de vijf in een van de vier grote steden.
Kleine beleggers
Steeds vaker worden woningen gekocht door kleine beleggers. Zij richten zich vaak op lager geprijsde woningen in steden. Dit wordt soms gedaan als belegging bij gebrek aan spaarrente, maar soms worden deze beleggers ook gedreven door de lage hypotheekrente. De beleggers vormen hierdoor een geduchte concurrent voor starters op de markt voor koopwoningen of kandidaat-kopers met een lager inkomen.
Concurrentie
De kleine beleggers zorgen voor een groei in aantal huurwoningen, maar drijven tegelijkertijd de prijzen van koopwoningen door de concurrentie op. Hierdoor worden teleurgestelde kopers veroordeeld tot huren, soms bij een partij die hen aftroefde in de biedingsstrijd.
Verdubbeling van huizen gekocht door particuliere beleggers
Volgens een conservatieve schatting in een onderzoek van de Raad voor de Leefomgeving en Infrastructuur bleek dat in 2009 twee procent van de verkochte huizen werd verworven door particuliere beleggers die op dat moment al drie of meer woningen hadden. In 2018 was dat meer dan verdubbeld tot vijf procent.
'Buy-to-let'
De Universiteit van Amsterdam en de Katholieke Universiteit Leuven onderzochten de ‘buy-to-let’ (het kopen om te huren) tussen 2006 en 2016. Zij zagen dat de buy-to-let met ruim 75 procent was toegenomen.
Op eigen naam
Volgens het CBS werden in 2018 78 duizend koopwoningen in huurwoningen. Bij de cijfers uit dat jaar kan het bureau tevens iets zeggen over de eigenaar. In negen van de tien gevallen ging het niet om een natuurlijk persoon. Dat houdt in dat de eigenaar geen institutionele beleggers was of een vastgoedbedrijf bezat, maar dat diegene de woning op eigen naam heeft gezet.
Leeftijd verhuurder
De eigenaar was in de meeste gevallen, namelijk bij zo'n dertig duizend koopwoningen die werden omgezet in huurwoningen, rond de dertig tot veertig jaar, zo meldt het CBS. Bij de 7500 andere gevallen lag de leeftijd van de particuliere eigenaar onder de dertig jaar.
Beroepen en inkomsten verhuurder
Bij drie op de vier van nieuwe huurwoningen in 2016 vergaarde de eigenaar een inkomen als zelfstandige of als werknemer. Tien procent van de verhuurders was gepensioneerd. Als het CBS kijkt naar de volledige groep eigenaar van particulier verhuurde woningen is die verdeling anders. Daar heeft twintig procent van de eigenaren een pensioenuitkering. Zo'n 65 procent heeft een inkomen in dienstverband of is zelfstandige. Een op de drie van de eigenaar is in loondienst, een kwart is zelfstandige.
Niet ver van huis
Doorgaans zoekt de particuliere belegger het niet ver van huis. Meer dan vijftig procent van de koopwoningen die in 2016 werden omgezet in een huurwoning stond in dezelfde gemeente als waar de eigenaar woont. Die verhouding lag in de vier grote steden iets anders. Hier werd ruim de helft van de 'omgezette' woningen in de verhuur gedaan door een eigenaar die niet in dezelfde stad of gemeente woont.