Het aantal beleggende Nederlanders nam sinds de coronacrisis flink toe. Volgens de Autoriteit Financiële Markten (AFM) belegt nu één op de vijf huishoudens. Dat is goed voor een stijging van 11 procent ten opzichte van 2019. In totaal telt Nederland zo'n 1,6 miljoen beleggers.
De Nederlandsche Bank (DNB) becijferde eerder dat beleggers in 2020 per saldo 3,8 miljard euro in Nederlandse beleggingsfondsen stopten. Dat komt neer op de hoogste netto-inleg van het afgelopen decennium. Vooral tijdens de lockdowns in het tweede en vierde kwartaal werd er veel belegd. Onderzoek van de AFM wijst uit dat veel mensen door de coronapandemie meer geld en tijd beschikbaar hadden om te investeren in aandelen. Hierdoor zijn er ongeveer 160.000 nieuwelingen in de beleggerswereld. Omdat de spaarrentes al lang erg laag zijn, was beleggen één van de weinige manieren om rendement te kunnen boeken in deze crisistijd.
2020 was verder ook geen slecht beursjaar. Hierdoor kon beleggen best aantrekkelijk zijn. De uitbraak van het coronavirus zorgde in februari en maart wel voor een flinke koersval. Dankzij de steunpakketten van centrale banken en overheden en de komst van de eerste coronavaccins in maart maakte de AEX-index daarna een stevig herstel door.
De toezicht waarschuwt er wel voor dat er een groep beleggers is die steeds meer risico's neemt en denkt een bovengemiddeld goede belegger te zijn. Het is nu op dit moment op de aandelenmarkt namelijk relatief makkelijk om winst te maken, doordat de markt sinds de coronacrisis al tijden omhoog gaat. Hierdoor kunnen mensen hun eigen kunde overschatten. Ook wordt het steeds makkelijker om aandelen en ingewikkeldere producten als opties te komen, aldus de AFM.
Er werd ook veel meer gespaard dan in andere jaren. Huishoudens zetten bijna 42 miljard euro op hun betaal- of spaarrekening, wat neerkomt op een verdubbeling ten opzichte van een jaar eerder. ANP
Meld je snel en gratis aan voor de Kassa nieuwsbrief!