Het consumentenplatform van BNNVARA. Kassa is er weer op zaterdag 4 januari met de Belbusspecial!
Een JA-JA-sticker tegen papierverspilling: hoe zit dat precies?
19-12-2019
•
leestijd 3 minuten
•
673 keer bekeken
•
Na Amsterdam en Rotterdam gaan de gemeenten Utrecht, Haarlem, Nijmegen en Tilburg ook aan de JA-JA-sticker. De sticker moet papierverspilling tegengaan. Door brievenbussen zonder deze sticker mogen geen reclamefolders en in sommige gevallen ook geen huis-aan-huisbladen meer worden geleverd.
In de huidige situatie, die nu nog in het merendeel van alle gemeenten geldt, zijn er drie opties. Geen sticker betekent dat men ontvankelijk is voor zowel reclamefolders als huis-aan-huisbladen. Dan is er de NEE-JA-sticker die aangeeft dat alleen huis-aan-huisbladen gewenst zijn. Tot slot is er de NEE-NEE-sticker voor de geheelonthouders. Die analogie wordt door de JA-JA-sticker in een aantal grote steden omgekeerd: zónder deze sticker ontvang je in elk geval geen reclame en in sommige gevallen ook geen huis-aan-huisbladen.
Milieuwinst of niet?
Het CBS berekende eerder dat in 2015 gemiddeld 55 kilo oud papier per huishouden werd opgehaald. Daarin is het papier dat in de normale vuilniszak belandt niet meegenomen. De gemeente Utrecht schat dat met de aankomende maatregel per huishouden zo’n zeventig kilo papier kan worden bespaard op jaarbasis. De reclamefolders zijn vaak verpakt in plastic. Met de invoering van de JA-JA-sticker wordt ook daarop bespaard.
Volgens de reclamebranche levert de besparing van het papier vrijwel geen milieuwinst op, omdat het papier voor reclamefolders al wordt gemaakt van gerecycled papier. Daarnaast beargumenteren ze dat het gebruik van papier juist bijdraagt aan de aan de groei van de Europese bossen doordat er meer bomen geplant dan gekapt worden. Ook wijst de branche erop dat Nederland het hoogste inzamelingspercentage van oud papier van heel Europa heeft. Kassa zocht eerder de zin en onzin van afval scheiden uit en liet zien wat er bij het oud papier mag.
Mazen in de wet
De sticker werd in juli dit jaar geïntroduceerd in Rotterdam en wordt vanaf 2020 gehandhaafd. De gemeente verwacht zo’n drie miljoen kilo oud papier te besparen. Dat is meer dan de 1,8 miljoen kilo die Amsterdam verwacht te besparen. In beide steden vormen huis-aan-huisbladen een uitzondering; die mogen namelijk nog wel worden geleverd als men geen sticker heeft. De uitzondering in de hoofdstad is reden voor reclamemakers om met een eigen huis-aan-huisblad te komen vol met reclame. Daarmee zoeken ze de mazen in de wet op. Kassa deed daar eerder verslag van:
Kritiek
De JA-JA-sticker is een initiatief van de Reclame Code Commissie. In Amsterdam hebben brancheorganisaties van de reclamesector in september dit jaar een rechtszaak tegen de gemeente aangespannen. Die oordeelde dat de sticker in Amsterdam mag blijven. Nu overwegen de organisaties om in beroep te gaan bij de Hoge Raad. Ze stellen dat de milieuclaims die de gemeente doet niet op waarheid berusten en eisen onder meer een schadevergoeding.
Ook MKB-Nederland uit kritiek. Volgens de vereniging zijn het juist lokale ondernemers die in de huis-aan-huisbladen adverteren en door en door het initiatief in steden als Utrecht inkomsten zullen mislopen. In de Domstad wordt ook de verspreiding van huis-aan-huisbladen vanaf 2020 aan banden gelegd.